Begrijpend lezen les 33

De OV- chipkaart
1 / 55
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De OV- chipkaart

Slide 1 - Slide

We leren de woorden.

Slide 2 - Slide

de bus

Slide 3 - Slide

de ov-chipkaart

Slide 4 - Slide

de chauffeur

Slide 5 - Slide

de halte 

Slide 6 - Slide

de portemonnee

Slide 7 - Slide

uitstappen

Slide 8 - Slide

instappen

Slide 9 - Slide

uitchecken

Slide 10 - Slide

de paal

Slide 11 - Slide

We lezen het verhaal

Slide 12 - Slide

De OV-Chipkaart

Slide 13 - Slide

Erica stapt in de bus
Ze checkt in met haar ov-chipkaart.
Dan gaat ze zitten.
In de bus denkt Erica aan haar werk.
Na een paar haltes stapt ze uit.
Ze denkt nog steeds aan haar werk.
Daarom denkt ze niet aan haar ov-chipkaart.
Ze vergeet uit te checken.

Thuis denkt ze wel weer aan de kaart.
'O, wat dom!' denkt ze .
'Dit heeft me extra geld gekost.'
De volgende dag stapt Erica weer in de bus.
Ze checkt in met haar ov-chipkaart .

Dan doet ze de kaart in haar portemonnee.
Niet vergeten uit te checken !denkt Erica .
De hele weg denkt ze aan haar kaart.
Dan is de bus bijna bij haar huis.
Bij de volgende halte moet ze uitstappen.
Ze gaat al naar de uitgang van de bus.
Ze staat nu naast de paal voor de ov-chipkaart.
De bus stopt ende deuren gaan open.
Erica houdt haar portemonnee voor de paal.
De kaart zit in de portemonnee.
Maar er gebeurt niets met de paal.
Het is druk in de bus en veel mensen stappen uit. dan gaat de deur van de bus dicht
Snel roept Erica :wacht ik moet er nog uit!

Slide 14 - Slide

De chauffeur hoort het .
De deuren gaan weer open.
De chauffeur wacht tot Erica klaar is.
Ze haart haar kaart uit haar portemonnee.
Ze houd de kaart voor de paal.
Er gebeurt niets met de paal.
Ze draait de kaart om.
Er gebeurt nog niets met de paal.
"Hij doet het niet", roept Erica.
Alle mensen in de bus kijken naar haar.
Een man uit de bus loopt naar haar toe.
"Mevrouw' ,Zegt hij, dat is de verkeerde kaart
dat is de bankpas, niet uw ov-chipkaart.

Erica 's hoofd wordt rood.
'o, sorry' , zegt ze.
Ze pakt snel haar ov-chipkaart.
Ze houdt nu de goede kaart voor de paal
Dan geeft de paal een piep.
Erica stapt uit en voelt zich een beetje dom.
Wat een rotkaart! denkt ze. 
Morgen houd ik mijn ov- chipkaart in mijn handen. Ik laat hem de hele weg niet los.

Slide 15 - Slide

Kies het goede antwoord.

Slide 16 - Slide

Dit is de .....
A
de chauffeur
B
de paal
C
de bus
D
de shoffer

Slide 17 - Quiz

Dit is de .....
A
de portomonee
B
de bus
C
de kaart
D
de portemonnee

Slide 18 - Quiz

Dit is de .....
A
inchecken
B
de halte
C
de bus
D
de straat

Slide 19 - Quiz

Dit is .....
A
inchecken
B
uitchecken
C
de bus
D
de kaart

Slide 20 - Quiz

Dit is .....
A
de baal
B
de paal
C
de pal
D
de kaart

Slide 21 - Quiz

Dit is de .....
A
de tram
B
de bos
C
de bus
D
de portemonnee

Slide 22 - Quiz

Dit is .....
A
inchecken
B
uitchecken
C
de bus
D
instappen

Slide 23 - Quiz

Dit is.......
A
uitchecken
B
de bus
C
instappen
D
uitstappen

Slide 24 - Quiz

Waar of niet waar?

Slide 25 - Slide

Erica stapt in de auto
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

In de bus denkt Erica aan haar werk
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Erica vergeet uit te checken
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Erica doet de kaart in de tas
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Erica houdt haar portemonnee voor de paal
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Alle mensen in de bus kijken naar haar
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

het is druk in de bus en niemand stapt uit
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Erica 's hoofd wordt rood
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Kies het goede antwoord

Slide 34 - Slide

Wat vergeet Erica eerste dag?
A
Ze vergeet in te checken.
B
Ze vergeet uit te checken.
C
Ze neemt ov-chipkaart niet mee.

Slide 35 - Quiz

Wanneer gaat Erica met de bus?
A
Dezelfde dag.
B
Volgende dag.
C
Volgende week.

Slide 36 - Quiz

Waar moet je uitchecken ,als je met de bus gaat
A
Bij de chauffeur.
B
Bij de ingang van de bus.
C
Bij de uitgang van de bus.

Slide 37 - Quiz

Waarom gaat de deuren van de bus eerst weer dicht?
A
Erica is al uitgestapt.
B
Erica wilt niet uitstappen.
C
Het is druk in de bus en de chauffeur ziet haar niet.

Slide 38 - Quiz

Waarom gebeurt eerst niet met de paal?
A
Erica houd de verkeerde kaart voor de paal.
B
De paal is kapot.
C
Erica moet de kaart eerst nog omdraaien.

Slide 39 - Quiz

Waarom wil Erica ov-chipkaart morgen in haar handen houden?
A
Ze kan de kaart niet meer vergeten.
B
Dan ziet de chauffeur haar kaart.
C
Ze raakt haar kaart niet meer kwijt.

Slide 40 - Quiz

instappen
portemonnee
kaart

Slide 41 - Drag question

uitstappen
uitchecken
chauffeur

Slide 42 - Drag question

de bus
de halte
de paal

Slide 43 - Drag question

We lezen het verhaal.

Slide 44 - Slide

Erica stapt in de bus
Ze checkt in met haar ov-chipkaart.
Dan gaat ze zitten.
In de bus denkt Erica aan haar werk.
Na een paar haltes stapt ze uit.
Ze denkt nog steeds aan haar werk.
Daarom denkt ze niet aan haar ov-chipkaart.
Ze vergeet uit te checken.
Thuis denkt ze wel weer aan de kaart.
O, wat dom !denkt ze .
Dit heeft me extra geld gekost.
De volgende dag stapt Erica weer in de bus.
Ze checkt in met haar ov-chipkaart .

Dan doet ze de kaart in haar portemonnee.
Niet vergeten uit te checken !denkt Erica .
De hele weg denkt ze aan haar kaart.
Dan is de bus bijna bij haar huis.
Bij de volgende halte moet ze uitstappen.
Ze gaat al naar de uitgang van de bus.
Ze staat nu naast de paal voor de ov-chipkaart.
De bus stopt ende deuren gaan open.
Erica houdt haar portemonnee voor de paal.
De kaart zit in de portemonnee.
Maar er gebeurt niets met de paal.
Het is druk in de bus en veel mensen stappen uit. dan gaat de deur van de bus dicht
Snel roept Erica :wacht ik moet er nog uit!

Slide 45 - Slide

De chauffeur hoort het .
De deuren gaan weer open.
De chauffeur wacht tot Erica klaar is.
Ze haart haar kaart uit haar
 portemonnee.
Ze houd de kaart voor de paal.
Er gebeurt niets met de paal.
Ze draait de kaart om.
Er gebeurt nog niets met de paal.
"Hij doet het niet", roept Erica.
Alle mensen in de bus kijken naar haar.
Een man uit de bus loopt naar haar toe.
"Mevrouw' ,Zegt hij, dat is de verkeerde kaart
dat is de bankpas, niet uw ov-chipkaart.
Erica 's hoofd wordt rood.
'o, sorry' , zegt ze .
Ze pakt snel haar ov-chipkaart.
Ze houdt nu de goede kaart voor de paal
Dan geeft de paal een piep.
Erica stapt uit en voelt zich een beetje dom.
Wat een rotkaart! denkt ze.
Morgen houd ik mijn ov- chipkaart in mijn handen ik laat hem in de hele weg niet los.

Slide 46 - Slide

waar denkt Erica aan, in de bus?

Slide 47 - Open question

Waar doet Erica haar kaart in?

Slide 48 - Open question

Wie helpt Erica met haar kaart ?

Slide 49 - Open question

Wat roept Erica naar de chauffeur?

Slide 50 - Open question

Welke kaart houdt Erica eerst voor de paal?

Slide 51 - Open question

Wat is de tegenstelling?

Slide 52 - Slide


open
wel
 goede
los
vorige
uitchecken
1. jij moet inchecken
2. zij denkt niet aan haar kaart
3.  de volgende halte
4.  de verkeerde kaart
5.  hij houdt mijn hand vast
6. de deuren gaan dicht

Slide 53 - Drag question

vertel samen het verhaal

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide