H1 Waarden en normen Paragraaf 1 Een verhaal over goed en kwaad
Een jongen van 13 is getuige van een vreselijk misdrijf waar zijn broer aan deelnam. Zijn broer ‘vraagt’ hem om hem niet te verraden. Zijn leven verandert op slag, hij krijgt het gebeurde niet uit zijn hoofd. Ouders weten van niets. De jongen vecht met zijn geweten. Hoe reageer je wanneer je hoort dat een onschuldig iemand als dader wordt aangewezen?
Wat heeft dit verhaal met Ethiek te maken?