Bacteriën en schimmels komen overal voor. De meeste soorten voeden zich met resten van dode organismen. Het zijn de ultieme recyclers van de natuur. Dode organismen worden opgeruimd, waardoor er weer voedingsstoffen die in dode organismen opgeslagen zitten vrijkomt. Dit kunnen planten weer gebruiken voor groei en ontwikkeling.
Ons voedsel bestaat vaak uit resten van organismen, zoals groente en fruit. Een uitstekende voedingsbron voor bacteriën en schimmels. Daardoor kan het voedsel bederven. Voedselbederf kun je tegengaan door voedsel te bewaren op een koele plek.
Sommige soorten bacteriën en schimmels zijn ziekteverwekkers. Als een ziekteverwekker je lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt, heb je een infectie. Een bacteriële infectie kun je bestrijden met antibioticum (meervoud = antibiotica).