Rekenen 6-4-2020

Rekenen 6-4-2020
Dit is de eerste instructieles van rekenen. Rechtsonder kan je met de pijltjes verder/terug. Soms moet je een antwoord geven op een vraag. Heb je dat gedaan dan klik je op het pijltje om verder te gaan. Dit gebeurt dus niet automatisch

Veel succes !
Juf Astrid, Juf Nasira en Meester Stefan
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen 6-4-2020
Dit is de eerste instructieles van rekenen. Rechtsonder kan je met de pijltjes verder/terug. Soms moet je een antwoord geven op een vraag. Heb je dat gedaan dan klik je op het pijltje om verder te gaan. Dit gebeurt dus niet automatisch

Veel succes !
Juf Astrid, Juf Nasira en Meester Stefan

Slide 1 - Slide

Warming-Up

Reken de volgende sommen voor jezelf uit
340 : 100 = 
612 : 100 = 
55 : 100 = 
1242 : 100 = 
8202 : 100 = 
4992 : 100 = 
32 : 100 = 
9001 : 100 = 
2391 : 100 = 

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Ik reken de hoogte van de korting uit van producten 

Slide 3 - Slide

Wat weet je
van korting en
procenten?

Slide 4 - Mind map

Concept (1)
korting = een bedrag wat van een prijs afgaat. Het product wordt goedkoper, je betaalt dus minder. 

Product = de spullen die winkels verkopen (bijv. voedsel, drinken, speelgoed, auto's, enz.)

We rekenen vandaag de hoogte van de korting uit, dus niet de nieuwe prijs!


Slide 5 - Slide

Concept (2)
Regels bij een verhoudingstabel:
- wat je boven doet, doe je ook onder (en andersom)!
- het totaal = altijd 100%
- Gebruik x en :
- Maak een tussenstap van 1%
- Gebruik cijferend rekenen

Slide 6 - Slide

Vaardigheid 
(schrijf deze stappen voor jezelf op)
1) Maak een verhoudingstabel
2) Zet links waar het over gaat (de les van vandaag € en %)
3) Zet het totaal links in de tabel en zet hierbij 100%
4) Zet het 3e gegeven in de tabel
5) Reken eerst de tussenstap van 1% uit
6) Reken nu het laatste stuk uit


Slide 7 - Slide

1) Maak een verhoudingstabel

Slide 8 - Slide

2) Zet links waar het over gaat
De vrouw krijgt 21% van € 749,-
%

Slide 9 - Slide

3) Zet het totaal links + 100%
De vrouw krijgt 21% van € 749,-
749
%
100%

Slide 10 - Slide

4) Zet het 3e gegeven rechts
De vrouw krijgt 21% van € 749,-
749
%
100%
21%

Slide 11 - Slide

5) Reken eerst 1%
De vrouw krijgt 21% van € 749,-
749
7,49
%
100%
1%
21%
Van 100% naar 1% is gedeeld door 100. 
Dus boven ook, 749 :100

Slide 12 - Slide

6) Reken nu 21% uit
De vrouw krijgt 21% van € 749,-
749
7,49
157,29
%
100%
1%
21%
Van 1% naar 21% is x21.
Dus boven ook keer 21!

7,49 x 21 = 
Reken cijferend uit!

Slide 13 - Slide

Nu ben jij aan de beurt!
Reken de sommen op de volgende pagina's uit en vul het antwoord in.
Vul alleen het antwoord in 

Slide 14 - Slide

Reken uit:
Eva krijgt 23% korting op een trui van 65 euro. Hoeveel euro korting is dit?

Slide 15 - Open question

Reken uit:
Bas krijgt 52% korting bij de prijs van 752 euro. Hoeveel euro korting is dit?

Slide 16 - Open question

Reken uit:
Van een totaalprijs van 407 euro gaat 15% er vanaf. Hoeveel euro is dit?

Slide 17 - Open question

Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht!
Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken. 

Slide 18 - Slide