Oh, c'est bon - Les 12 (1C MeeM)

1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

       Bonjour classe VM1C 

C'est vendredi 21 janvier 2022


       Bienvenue!

Slide 2 - Slide

            Bonjour!

  •  Ben je rustig gaan zitten volgens de plattegrond?
  •  Zit je telefoon in de telefoontas, op stil?
  •  Heb je je boek/schrift/pen/opgeladen laptop op tafel? 
    (Laat je laptop nog even dicht!)   



Oui? --> On y va!

Slide 3 - Slide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 4 - Slide

Le programme
  • révision   / parler                                                  10'
  • PW overzicht                                                          10'
  • Proeftoets maken                                                15'
  • Au travail                                                                  15'
  • Évaluation                                                                3'                                                                       


Slide 5 - Slide

Les buts (= de doelen)
- Je weet hoe goed je dit hoofdstuk inmiddels kent;
- Je weet wat je kunt verwachten in je PW, maandag a.s.;
- Je oefent met onderdelen van chapitre 2 die je nog lastig
   vindt.


 


Slide 6 - Slide

Parlez 
1. Bonjour!
2. Comment tu t'appelles?
3. Tu as quel âge?
4. Tu habites où?
5. Tu as un frère / une soeur?
6. Tu as un chien?
7. Tu aimes la pizza?
8. Tu détestes les légumes?

Slide 7 - Slide

Parlez français
- begroet elkaar
- vraag / zeg hoe het gaat
- vraag naar elkaars naam
- vraag naar elkaars woonplaats
- vraag naar elkaars huisdier
- praat over wat jullie (niet) lekker vinden
- neem afscheid

Slide 8 - Slide

Les devoirs
CHAPITRE 2
- Maken: bilan (= oefentoets) online


Conclusie?

Slide 9 - Slide

Proefwerk chapitre 2:
*écouter: luisteren
* vocabulaire (fn-nf)
   - betekenis werkwoorden (mc) bijv. aimer --> houden van
   - Je n' aime pas le fromage.  --> de kaas
 * Grammaire (fn-nf)
  - werkwoorden op - er:  Je (chercher) _______  --> cherche
 -  ontkenning:  Je déteste le pain --> Je ne déteste pas le pain. 

Slide 10 - Slide

Proefwerk chapitre 2:
* phrases clés (FN-NF) :  eet smakelijk -->  bon appétit
                                                    bedankt  --> merci
* getallen 0 t/m 60 (fn):  quarante-deux --> 42
                                                   quinze --> 15
* Lezen: tekstbegrip + betekenis Franse woorden raden.

Slide 11 - Slide

het er werkwoord
het er werkwoord

Slide 12 - Slide

de ontkenning 


 
ne / n' ........... pas
                 

Slide 13 - Slide

Evaluatieformulier chapitre 1

Wat ga je anders / extra doen?

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 15 - Open question

Wat wil je de eerstvolgende les doen / oefenen?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

au revoir! 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het maken van een planning
1) Wat moet je leren?
2) Wanneer moet je het kennen?
3) Hoe ga ik het leerwerk in kleine blokken verdelen?
4) Hoeveel leermomenten heb je (nodig)?
5) Wanneer ga ik wat leren?
6) Hoe ga ik het leren?

Slide 22 - Slide

Tips
- Schrijf je planning op (in je agenda);
- Gebruik de Pomodoro-techniek (25 min. leren (= concentreren) + 5 min  pauze.
- Leer actief: schrijf woorden op, maak woordkaartjes, lees de woorden voor etc. HERHAAL , HERHAAL, HERHAAL!
- Laat jezelf overhoren (of gebruik Quizlet).
- Zorg ervoor één dag voor de toets 'klaar' te zijn. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Top 5 des tubes de l'été
- Donne un numéro aux chansons de 1 à 5

- Quelle est ta chanson préférée?

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Grandes Lignes koppelcode
1C

Slide 33 - Slide

la fin

  • wat heb je geleerd?
  •  vragen?

Slide 34 - Slide

Comment tu t'appelles?


Je m'appelle .......
comment ça va?

Slide 35 - Slide

Parlez!
- Bonjour!
- Ça va?
- Comment tu t'appelles?
- Tu habites où?
- Tu as un chat?
- Au revoir!

Slide 36 - Slide

Parlez!
Voer een gesprekje met elkaar in het Frans:
- begroet elkaar
- vraag / zeg hoe het gaat
- vraag naar elkaars naam
- vraag waar iemand woont --> bron C
- vraag naar iemands huisdier
- neem afscheid

Slide 37 - Slide