Prepositions voorzetsels

Lesdoel
Na de les wet je wat de voorzetsels zijn in het Engels en hoe deze te gebruiken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesdoel
Na de les wet je wat de voorzetsels zijn in het Engels en hoe deze te gebruiken.

Slide 1 - Slide

Tekst
across
around
Behind
Between
In front of
aan de overkant
om ... heen
Achter
Tussen
Voor

Slide 2 - Drag question

Next to
On (top of)
Opposite
Through
Under
Naast
boven(op)
Tegenover
Door(heen)
Onder

Slide 3 - Drag question

Between
Through
Around
Across
Under

Slide 4 - Drag question

Next to
Opposite
In front of
Behind
On top of

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

The church is ..... the school.
A
next to
B
opposite

Slide 7 - Quiz

There is a red cross ..... the hospital.
A
under
B
on top of

Slide 8 - Quiz

There are flowers ... the lawn (het grasveld).
A
on
B
under

Slide 9 - Quiz

There is a car ..... the supermarket.
A
in front of
B
next to

Slide 10 - Quiz