Part B Prepositions of place (voorzetsels van plaats)

Prepositions of place
Voorzetsels van plaats
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Prepositions of place
Voorzetsels van plaats

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Na de les wet je wat de voorzetsels zijn in het Engels en hoe deze te gebruiken.

Slide 2 - Slide

     Prepositions of place
In deze lessonup worden de prepositions of place (voorzetsels van plaats) uitgelegd en zijn er een aantal oefenzinnen zodat je kunt controleren of je het hebt begrepen.

Voorzetsels van plaats worden ook wel
tafelwoorden, kastwoorden of kooiwoorden genoemd.

Slide 3 - Slide

       Prepositions of place
close to / near = dicht bij, vlak bij
outside            = buiten
under               = onder
with                  =  bij / met
next to       = naast
behind       = achter
between    = tussen
in front of   = voor

Slide 4 - Slide

       Prepositions of place

on gebruik je bij oppervlaktes (tafel) en openbaar vervoer (train).
Ook kun je on gebruiken voor data.

in gebruik je bij wegen, steden, landen en grote gebieden, ook gebruik je in voor afgesloten ruimtes (lokaal, huis, kartonnen doos).

at gebruik je bij huisnummers en (namen van) gebouwen (cinema/school/station). 

Slide 5 - Slide

Tekst
across
around
Behind
Between
In front of
aan de overkant
om ... heen
Achter
Tussen
Voor

Slide 6 - Drag question

Next to
On (top of)
Opposite
Through
Under
Naast
boven(op)
Tegenover
Door(heen)
Onder

Slide 7 - Drag question

Between
Through
Around
Across
Under

Slide 8 - Drag question

Next to
Opposite
In front of
Behind
On top of

Slide 9 - Drag question

Kijk de video en beantwoord tussendoor de vragen op de volgende dia's
Good luck!!

Slide 10 - Slide

7

Slide 11 - Video

Where is Simon's cat?
A
in the box
B
on the box
C
behind the box
D
under the box

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Where is Simon's cat?
A
in the box
B
on the box
C
next to the box
D
above the box

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Where is Simon's cat?
A
behind the box
B
in front of the box
C
next to the box
D
between the box

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Where is Simon's cat?
A
next to the box
B
over the box
C
in front of the box
D
on the box

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Where is Simon's cat?
A
next to the box
B
on the box
C
under the box
D
between the box

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Where is Simon's cat?
A
in the box
B
in front of the box
C
behind the box
D
on the box

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Where is Simon?
A
between the box
B
next to the box
C
over the box
D
on the box

Slide 24 - Quiz

     Prepositions of place
Hopelijk kun je nu de meest voorkomende voorzetsels van plaats herkennen en gebruiken.

Slide 25 - Slide

0

Slide 26 - Video

       Prepositions of place

on: oppervlaktes openbaar vervoer data
inwegen steden landen grote gebieden,  afgesloten ruimtes
at: huisnummers gebouwen

next to       = naast
behind       = achter
between    = tussen
in front of   = voor
close to / near = dicht bij, vlak bij
outside            = buiten
under               = onder
with                  =  bij / met

Slide 27 - Slide

voorzetsels van plaats
tafel / kast / kooiworden
Engels

Slide 28 - Mind map