Biologie H1 par. 2 Verbranding HSX

H1 paragraaf 2
Verbranding
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 paragraaf 2
Verbranding

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
Herhaling fotosynthese
Uitleg verbranding
Werken aan opdrachten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kunt straks vertellen:
Wat je nodig hebt voor verbranding.
Wat er vrijkomt bij verbranding.
Waarom je lichaam aan verbranding doet.

Slide 3 - Slide

Even opfrissen
Pak je scratchpad. 

We gaan wat herhalen uit paragraaf 1

Slide 4 - Slide

Wat heeft een plant NIET nodig voor fotosynthese?
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Zuurstof
D
een tennisbal

Slide 5 - Quiz

In welke stof zit energie opgeslagen na fotosynthese?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Water
D
Glucose

Slide 6 - Quiz

Geef 2 redenen waarom het belangrijk is dat er genoeg planten op aarde zijn.

Slide 7 - Open question

Waar komen mitochondriën voor?
A
Planten
B
Dieren
C
Planten en dieren
D
zonlicht

Slide 8 - Quiz

Waar vindt GEEN fotosynthese plaats?
A
de wortels
B
bladeren
C
de groene stam

Slide 9 - Quiz

Einde herhaling
start paragraaf 2
Verbranding

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
Je kunt straks vertellen:
Wat je nodig hebt voor verbranding.
Wat er vrijkomt bij verbranding.
Waarom je lichaam aan verbranding doet.

Slide 11 - Slide

Verbranding
Bij verbranding komt energie vrij die wordt omgezet in beweging en warmte.

De belangrijkste brandstof voor je lichaam is glucose.

De energie uit glucose komt zodra je lichaam dit verbrandt.

Slide 12 - Slide

Wat heb je nodig voor verbranding?
Verbranding vindt niet zomaar plaats, maar je hebt hier altijd een brandstof en zuurstof voor nodig. 


Slide 13 - Slide

Brandstof en zuurstof in je lijf.
De brandstof in je lijf is glucose die door je spijsverteringsstelsel uit je voedsel (eten EN  drinken) is gehaald.
Zuurstof wordt door je longen uit de lucht gehaald die je inademt.

Slide 14 - Slide

Waarom verbranding?
Alle activiteiten en processen in je lijf kosten energie. Niet alleen  bewegen, maar ook je spijsvertering, bloedsomloop en zelfs je hersenen verbruiken energie!
Hoe groter de inspanning, hoe meer energie je verbruikt. 

Slide 15 - Slide

Cyclus
De menselijke stofwisseling gebruikt dus glucose en zuurstof om energie op te wekken. Dit levert de afvalstoffen koolstofdioxide en water op.

Koolstofdioxide en water worden door planten, met gebruikmaking van de energie uit zonlicht, weer omgezet in.... glucose en zuurstof!

Slide 16 - Slide

Warmbloedig
Bij warmbloedige dieren is de lichaamstemperatuur altijd hetzelfde, dit kost meestal meer energie. Daarom is het ook veel belangrijker dat zij zichzelf isoleren
Koudbloedig 
Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur hetzelfde als de buitentemperatuur, dit kost minder energie, maar het organisme is daardoor minder actief.  (denk bijvoorbeeld aan een winterslaap)

Slide 17 - Slide

Warmbloedig
Koudbloedig

Slide 18 - Slide

EINDE UITLEG
Enkele vragen.
Pak je scratchpad!

Slide 19 - Slide

Waarom moet ons lichaam aan verbranding doen?

Slide 20 - Open question

Welke afvalstoffen levert de verbranding bij mensen op?

Slide 21 - Open question

In je lichaam verbrand je het meest:
A
als je slaapt
B
als je in de klas zit te werken
C
Als je sport
D
Als je televisie kijkt

Slide 22 - Quiz

Resumerend
De lesdoelen waren dat je kunt vertellen:
Wat je nodig hebt voor verbranding.
Wat er vrijkomt bij verbranding.
Waarom je lichaam aan verbranding doet.

Doelen bereikt?

Slide 23 - Slide

EINDE

Slide 24 - Slide