This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2 verkoopgesprek
Slide 1 - Slide
Deze periode ga je..
leren hoe je een goed verkoopgesprek voert
Een geschenkmand inpakken
Een artikel afrekenen
Oefenen in de praktijk met verkoopgesprekken
beroepshouding leren
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 1
Verkoopvaardigheden
Slide 3 - Slide
Waar denk je aan bij Verkoopvaardigheden
Slide 4 - Mind map
Doelen:
Ik kan uitleggen hoe je goed moet luisteren naar klanten
Ik weet welke soorten vragen er zijn
Ik kan voorbeelden geven van alle soorten vragen
Ik weet hoe ik op boze klanten moet reageren
Ik weet de betekenis van LSD en ANNA
Slide 5 - Slide
Waarom is het belangrijk dat je luistert naar klanten?
Slide 6 - Open question
Actief luisteren
• Zorg dat de ander merkt dat je luistert.
• Gebruik lichaamshouding en oogcontact:
o Ga rechtop staan of zitten.
o Buig iets voorover.
o Kijk de ander aan en blijf aankijken.
Slide 7 - Slide
Geef een voorbeeld van actief luisteren
Slide 8 - Open question
Actief luisteren
• Laat merken dat je de ander hoort:
o Knikkend of hummend reageren.
o Papegaaien (belangrijke woorden herhalen).
• Reageer door vragen te stellen.
Slide 9 - Slide
Soorten vragen
Gesloten vragen: Kan je ja of nee op antwoorden
Open vragen: Beginnen met 'wie', 'wat', 'waar', 'wanneer', 'hoe’
Controle vragen: Controleren of je de ander goed begrepen hebt
*Doorvragen: Je wilt meer informatie krijgen
Slide 10 - Slide
Communicatie
Verbale communicatie: Communiceren waarbij je woorden gebruikt.
Non-verbale communicatie: Communiceren zonder woorden, maar door lichaamstaal.
Slide 11 - Slide
non-verbale communicatie vind met woorden plaats?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 13 - Quiz
Facebook, whatsapp of email noemen we...
A
Verbale communicatie
B
Digitale communicatie
C
Non-verbale communicatie
D
Miscommunictie
Slide 14 - Quiz
Zwaaien is een vorm van .......
A
Non-verbale communicatie
B
Fit zijn
C
Verbale communicatie
D
Geen één van de bovenstaande antwoorden
Slide 15 - Quiz
Koopmotief en koopwens
Je koopt meestal niet zomaar een artikel. Je denkt er vaak goed over na en je wilt meer weten over de ervaringen van andere mensen met het artikel.
De reden om iets te kopen noemen we het koopmotief.
Als je het verkoopgesprek goed voert krijgt de klant de koopwens, hij wil dan iets kopen
Slide 16 - Slide
Koopgedrag
Rationeel koopgedrag: Dan kopen ze iets waar ze goed over nagedacht hebben.
Emotioneel koopgedrag: Dan kopen ze iets op gevoel. Bijvoorbeeld omdat het doet denken aan oma en opa, want die hadden ook zo’n apparaat of omdat je er bij wilt horen of iets mooi vind
Slide 17 - Slide
Hoe noem je de reden waarom iemand iets koopt?
A
Koopmotief
B
Koopgedrag
C
Bestedingspatroon
D
Koopkracht
Slide 18 - Quiz
Ik koop een roze bidon, die doet mij denken aan mijn zus.
De bovenstaande zin hoort bij:
A
emotioneel koopgedrag
B
rationeel koopgedrag
Slide 19 - Quiz
Wat is het doel van Reclame?
A
Je failliet maken
B
Je koopgedrag beïnvloeden
C
Het onder de aandacht brengen van een nieuw product
D
Je informatie geven over nieuwe wetten
Slide 20 - Quiz
Hoe moet je reageren wanneer je een boze klant hebt?
Slide 21 - Mind map
Reageren bij boze klant
• Blijf kalm en professioneel bij boze of ontevreden klanten.
• Gebruik een rustige en duidelijke stem.
• Geef kalmerende non-verbale signalen:
o Knikken.
o Open lichaamshouding (vermijd gekruiste armen of fronsen).