V3SpellingH4

Vraag
1 / 23
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vraag

Slide 1 - Mind map

Beknopte bijzin

Slide 2 - Mind map

Vorige les
(Verkeerd) aansluitende beknopte bijzin
(Foutieve) samentrekking

Slide 3 - Slide

Doelen
1. Ik kan langere samenstellingen correct spellen. 
2. Ik weet wanneer ik woorden los moet schrijven. 
3. Ik weet welke tussenletter ik gebruik in samenstellingen.

Slide 4 - Slide

Planning
15 maart(?!)
Hoofdstuk 3: Grammatica, Spelling, Over Taal
Hoofdstuk 4: Grammatica, Spelling, Over Taal

31 maart 20:00 uur
Deadline boekopdracht 3

Slide 5 - Slide

Spelling H4

Slide 6 - Slide

Wat is een samenstelling?

Slide 7 - Open question

Samenstelling
Samenstelling is een woord dat bestaat uit twee of meer andere woorden.

woord + woord (+ woord) (+woord) etc. 

Slide 8 - Slide

Wat is correct geschreven?
A
televisiekijken
B
televisie kijken

Slide 9 - Quiz

Wat is correct geschreven?
A
Louis Vuittontas
B
Louisvuittontas

Slide 10 - Quiz

We zitten er ...
A
midden in
B
middenin

Slide 11 - Quiz

Combinaties voorzetsels
Schrijf een combinatie van twee voorzetsels aan elkaar, tenzij er een zelfstandig naamwoord of persoonlijk voornaamwoord na komt.

Ik zit er middenin.
Ik zit midden in de chaos. 

Slide 12 - Slide

Welke is juist?
A
Bramenjam
B
Bramejam

Slide 13 - Quiz

Waarom is het bramenjam?

Slide 14 - Open question

Regel tussen -(e)n- 
Het eerste deel van het woord een zelfstandig naamwoord is

EN

alleen een meervoud op -n of -en heeft. 

Vissenkom, verdachtenverhoor, bloemenvaas

Slide 15 - Slide

Welke is juist?
A
etagewoning
B
etagenwoning

Slide 16 - Quiz

Welke is juist?
A
tarwemeel
B
tarwenmeel

Slide 17 - Quiz

Welke is juist?
A
kippesoep
B
kippensoep

Slide 18 - Quiz

Welke is juist?
A
dorpsstraat
B
dorpstraat

Slide 19 - Quiz

Waarom is het dorpsstraat?

Slide 20 - Open question

Regel -s-
Als het tweede deel van het woord begint met de sisklank -> 
vervang het tweede woorddeel, zodat je hoort of je een 
tussen-s moet schrijven.

reddingsboot - reddingsschip

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Maken (online): 
Spelling
Opdracht 3 + 4 + 5


Slide 22 - Slide

Doelen
1. Ik kan langere samenstellingen correct spellen. 
2. Ik weet wanneer ik woorden los moet schrijven. 
3. Ik weet welke tussenletter ik gebruik in samenstellingen.

Slide 23 - Slide