§ 3.1 Economisch beleid

§ 3.1 Economisch beleid

Welke invloed kan de overheid hebben op de economie?


Kernwoorden:

- anticyclisch 

conjunctuurbeleid

- internationale 

concurrentiepositie

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§ 3.1 Economisch beleid

Welke invloed kan de overheid hebben op de economie?


Kernwoorden:

- anticyclisch 

conjunctuurbeleid

- internationale 

concurrentiepositie

Slide 1 - Slide

Economisch beleid

De overheid kan via haar begrotingsbeleid invloed uitoefenen op de conjunctuur.

De export heeft echter een grote invloed op de Nederlandse conjunctuur en daar speelt de overheid slechts een bescheiden rol in. Vooral de internationale concurrentiepositie is belangrijk.

Slide 2 - Slide

Anticyclisch conjunctuurbeleid

De overheid kan negatieve gevolgen van een laagconjunctuur proberen tegen te gaan, door de overheidsbestedingen en/of de belastingen aan te passen: 

  • als overheidsbestedingen stijgen, neemt ....... direct toe
  • als de overheid de belastingen verlaagt, werkt dit via de ................................................. door in de EV

Dit heet anticyclisch begrotingsbeleid.

Slide 3 - Slide

Anticyclisch conjunctuurbeleid

De overheid kan negatieve gevolgen van een laagconjunctuur proberen tegen te gaan, door de overheidsbestedingen en/of de belastingen aan te passen: 

  • als overheidsbestedingen stijgen, neemt EV direct toe
  • als de overheid de belastingen verlaagt, werkt dit via de consumptie door in de EV

Dit heet anticyclisch begrotingsbeleid.

Slide 4 - Slide

Het ........................................................... en de ........................ ....................... stijgen echter nog verder in een laagconjunctuur.

In een laagconjunctuur zijn de inkomsten van de overheid (vooral belastingontvangsten al lager door een lager ................) en de uitgaven al hoger (door een stijging van ...............................................................................................).

Door een daling van de belastingen, dalen de inkomsten van de overheid en samen met een stijging van de overheidsuitgaven leidt dit tot een verslechtering van de overheidsfinanciën.

Slide 5 - Slide

Het financieringstekort en de staatsschuld stijgen echter nog verder in een laagconjunctuur.

In een laagconjunctuur zijn de inkomsten van de overheid (vooral belastingontvangsten al lager door een lager BBP) en de uitgaven al hoger (door een stijging van overheidssubsidies / toeslagen en uitkeringen).

Door een daling van de belastingen, dalen de inkomsten van de overheid en samen met een stijging van de overheidsuitgaven leidt dit tot een verslechtering van de overheidsfinanciën.

Slide 6 - Slide

Internationale concurrentiepositie
De conjunctuur verbetert ook als de export stijgt. Zeker in een land als Nederland, wat een zeer .............economie heeft, is de ............................................................................. erg belangrijk.
De internationale concurrentiepositie wordt bepaald door de .............................. en ................................................. van onze producten  in vergelijking met het buitenland.

Slide 7 - Slide

Internationale concurrentiepositie
De conjunctuur verbetert ook als de export stijgt. Zeker in een land als Nederland, wat een zeer open economie heeft, is de internationale concurrentiepositie erg belangrijk.
De internationale concurrentiepositie wordt bepaald door de prijs en kwaliteit van onze producten  in vergelijking met het buitenland.

Slide 8 - Slide

De internationale concurrentiepositie kan dus verbeteren door een daling van het ...................................................ten opzichte van onze concurrenten.


Dit kan doordat de loonkosten per eenheid product lager zijn dan in andere landen. Hierdoor kan prijsniveau lager blijven en verbetert dus onze internationale concurrentiepositie.

Slide 9 - Slide

De internationale concurrentiepositie kan dus verbeteren door een daling van het prijsniveau ten opzichte van onze concurrenten.


Dit kan doordat de loonkosten per eenheid product lager zijn dan in andere landen. Hierdoor kan prijsniveau lager blijven en verbetert dus onze internationale concurrentiepositie.

Slide 10 - Slide

De loonkosten per eenheid product dalen als er sprake is van .................................................... of een stijging van de ................................................. (waardoor productie omhoog gaat, zonder dat aantal werknemers en dus loonsom stijgt).

De internationale concurrentiepositie verbetert ook als we minder ........................... hebben dan in andere landen. Hierdoor wordt het land relatief goedkoper t.o.v. andere landen en verbetert de internationale concurrentiepositie. Inflatie in de hand houden is een taak van de ...............................................

....................... en niet van de overheid.

Slide 11 - Slide

De loonkosten per eenheid product dalen als er sprake is van loonmatiging of een stijging van de arbeidsproductiviteit (waardoor productie omhoog gaat, zonder dat aantal werknemers en dus loonsom stijgt).


De internationale concurrentiepositie verbetert ook als we minder inflatie hebben dan in andere landen. Hierdoor wordt het land relatief goedkoper t.o.v. andere landen en verbetert de internationale concurrentiepositie. Inflatie in de hand houden is een taak van de centrale bank en niet van de overheid.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video