H2 Grammatica Woordsoorten

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog van de vorige les?
  • Uitleg Grammatica H2
  • Zelf aan de slag!



Slide 2 - Slide

Voor we starten....
Noteer eerst het huiswerk in jouw Plenda.

Maandag 9 mei:
  • Grammatica Woordsoorten H1: opdr. 1 en 2
  • Grammatica Woordsoorten H2: opdr. 1 t/m 3



Slide 3 - Slide

Doelen van deze les:
Aan het einde van de les:
  • kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
  • weet ik wat stoffelijke bijvoeglijke naamwoord zijn.
  • kan ik stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Slide 4 - Slide

Wat is een 'fiets' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Zelfstandig naamwoord
• Alle woorden waar je 'de', 'het' en 'een' voor kunt zetten
• Mensen, namen, dieren, dingen, plaatsnamen, etc.

• Je kunt het er een verkleinwoord van maken (tje of je).

Slide 6 - Slide

Wat is 'de' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord

Slide 7 - Quiz

Wat is 'het' voor soort woord in deze zin:
Hoe is het met je?
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
geen van alle

Slide 8 - Quiz

Wat is 'het' in deze zin:
Het hondje ging braaf met zijn baasje mee.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van deze

Slide 9 - Quiz

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 10 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: 
  • vertelt iets over een zelfstandig naamwoord 
  • 'Wat een spannende film.'  

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
  • geeft aan van welke stof iets gemaakt is.
  • 'Een zilveren armband.' 

Slide 11 - Slide

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
voetbal
B
boomstam
C
roze
D
peren

Slide 12 - Quiz

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

Lokalen
klein

Slide 13 - Drag question

Een bijvoeglijk naamwoord:
  • staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord
  • heeft vaak een korte en een lange vorm. Bv. sterk/sterke, droog/droge, gek/gekke
  • Kent de 'trappen van vergelijking. Bv. gaaf-gaver-gaafst

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord heeft maar één vorm
  • en eindigt vaak op -en. Bv. koperen, houten. 
  • Het staat altijd vóór het Z.N. 
  • Heeft géén trappen van vergelijking.

Slide 14 - Slide

lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de

Slide 15 - Drag question

Aan de slag!
Maak H2 Grammatica Woordsoorten (blz. 60, 61): opdr. 1, 2, 3
Bijvoeglijke naamwoorden

Klaar? 
Trainen óf lezen in je leesboek.

Slide 16 - Slide

Ik kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Huiswerk
Maandag 9 mei:
Grammatica Woordsoorten H1: 
opdr. 1 en 2

Grammatica Woordsoorten H2:
opdr. 1 t/m 3




Slide 18 - Slide