H3 woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3 Woordenschat

Maar we starten eerste met een kort so

Lees de vragen op het so eerst goed door.

Daarna kijken we naar een filmpje van 5 minuten en maak je de vragen.

We kijken het filmpje aan het eind nog een keer.

Vandaag

-uitleg figuurlijk taalgebruik

- samen inoefenen

- zelfstandig werken

T3A: neem woensdag je leesboek mee

T3B: neem donderdag je leesboek mee

Jullie gaan in de les lezen/werken aan je leesdossier

figuurlijk taalgebruik

Samen inoefenen/huiswerk

We maken samen opdracht 1 

Zelfstandig werken: opdracht 2 en 3

Dit is ook het huiswerk

Klaar kijk na met een nakijkboekje

Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

In deze LessonUp

oefen je de woorden en uitdrukkingen 

 van de woordenlijst

van H3 Woordenschat

de smaak te pakken hebben

1. iemand die bepaalt wat in de mode is
2. over verschil in smaak moet men geen ruzie maken
3. lekker bezig zijn
4. iets verpest hebben

smakeloos (fig)

1. niet leuk, niet van goede smaak getuigend
2. een hekel hebben aan iets
3. niet leuk gevonden worden
4. niet meteen blij zijn

over smaak valt niet te twisten

1. naar mijn mening, vind ik
2. iets heel gewoon vinden
3. de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
4. over verschil in smaak moet men geen ruzie maken

smaakmaker

1. hij heeft er heel veel trek in
2. grote blijdschap
3. heel veel
4. iemand die bepaalt wat in de mode is

naar mijn smaak

1. niet van goede smaak getuigend
2. zo simpel is het
3. schatten, waarderen
4. naar mijn mening, vind ik

Vandaag

-We kijken opdracht 2 en 3 na

-zelfstandig aan de slag met opdracht 4 en 5.

Dit is ook het huiswerk voor morgen.

Klaar? Kijk na met nakijkboekje, ga lezen in je leesboek

een broertje dood hebben aan iets

1. niet leuk gevonden worden
2. een hekel hebben aan iets
3. niet meteen blij zijn
4. iets heel erg

niet in goede aarde vallen

1. een hekel hebben aan iets
2. niet leuk gevonden worden
3. ervandoor gaan
4. iets verpest hebben

iets de normaalste zaak van de wereld vinden

1. iets heel gewoon vinden
2. zo simpel is het
3. dat is heel duidelijk
4. dat was net op tijd

dat is het hele eieren eten

1. iets heel gewoon vinden
2. zo simpel is het
3. de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
4. dat was net op tijd

Nu jij: wat is
'naar mijn smaak'?

met zijn neus in de boter vallen

1. iets heel gewoon vinden
2. ervandoor gaan
3. op de goede plaats zijn
4. het kost veel

niet te vroeg juichen

1. niet meteen blij zij
2. niet meteen blij zijn
3. ets verpest hebben
4. grote blijdschap

een doodzonde

1. iets heel ergs
2. een onfatsoenlijk persoon
3. iets verpest hebben
4. een ongeluk gebeurt al snel

in aanvaring komen met iemand

1. niet leuk gevonden worden
2. een onfatsoenlijk persoon
3. ruzie krijgen met iemand
4. een onaangenaam klusje opkanppen

door de zure appel heen bijten

1. iets heel ergs
2. iets verpest hebben
3. een onaangenaam klusje opknappen
4. ervandoor gaan

de benen nemen

1. op de goede plaats zijn
2. iets verpest hebben
3. ervandoor gaan
4. waar iets vandaan komt, oorsprong

een ongelikte beer

1. iets heel ergs
2. dat is heel duidelijk
3. een onfatsoenlijk persoon
4. ruzie krijgen met iemand

nu jij: wat is
'met zijn neus in de boter vallen'?

het wel kunnen schudden

1. iets verpest hebben
2. waar iets vandaan komt, oorsprong
3. er zijn meer manieren om iets te bereiken
4. iets heel ergs

de kogel is door de kerk

1. de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
2. dat was net op tijd
3. dat is heel duidelijk
4. een onaangenaam klusje opknappen

dat staat als een paal boven water

1. de moeilijke beslissing is eindelijk genomen
2. dat is heel duidelijk
3. dat was net op tijd
4. schatten, waarderen

dat was op de valreep

1. het kost veel
2. iets verpest hebben
3. dat was net op tijd
4. een ongeluk gebeurt al snel

het water loopt hem in de mond

1. grote blijdschap
2. het kost veel
3. hij heeft er heel veel trek in
4. iets heel ergs

vele wegen leiden naar Rome

1. ervandoor gaan
2. dat was net op tijd
3. er zijn meer manieren om iets te bereiken
4. waar iets vandaan komt, oorsprong

Nu jij: wat is
'dat was op de valreep'?

herkomst

1. waar iets vandaan komt, oorsprong
2. van hoge afkomst, uit een goede familie
3. schatten, waarderen
4. zeer ervaren

extase

1. het kost veel
2. heel veel
3. versieren
4. grote blijdschap

er hangt een prijskaartje aan

1. schatten, waarderen
2. het kost veel
3. zeer ervaren
4. dat is heel duidelijk

kitsch

1. schatten, waarderen
2. van hoge afkomst
3. geen echte kunst, waardeloze rommel
4. versieren

te kust en te keur

1. het kost veel
2. heel veel
3. versieren
4. zeer ervaren

Nu jij: wat is
'dat staat als een paal boven water'?

taxeren

1. schatten, waarderen
2. versieren
3. iets heel gewoon vinden
4. geen idee hebben

van stand

1. ergens verstand van hebben
2. zeer ervaren
3. van hoge afkomst
4. uit een goede familie

decoreren

1. schatten
2. ergens verstand van hebben
3. versieren
4. geen echte kunst

door de wol geverfd

1. geen idee hebben
2. ergens verstand van hebben
3. heel veel
4. zeer ervaren

in het duister tasten

1. als het erop aankomt
2. er zijn meer manieren om iets te berieken
3. een onaangenaam klusje opknappen
4. geen idee hebben

nu jij: wat is
'van stand'?

ergens kaas van gegeten hebben

1. tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
2. ergens verstand van hebben
3. versieren
4. zeer ervaren

weerleggen

1. ergens verstand van hebben
2. tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
3. zeer ervaren
4. iets heel ergs

als puntje bij paaltje komt

1. iets niet bestraffen
2. veel duidelijk maken
3. als het erop aankomt
4. ergens verstand van hebben

een ongeluk zit in een klein hoekje

1. iets heel ergs
2. iets niet bestraffen
3. iets verpest hebben
4. een ongeluk gebeurt al snel

nu jij: wat is
'door de wol geverfd'?

boekdelen spreken

1. ergens verstand van hebben
2. tegenspreken, aantonen dat iets niet was is
3. dat is heel duidelijk
4. veel duidelijk maken

iets door de vingers zien

1. geen idee hebben
2. iets niet bestraffen
3. geen idee hebben
4. hij heeft er heel veel trek in

einde 

welke onderdelen van de woordenlijst  moet je nog leren voor de toets (op 10 december a.s.)?

LETTERLIJK

- precies zoals het geschreven is

FIGUURLIJK

- bij wijze van spreken

- er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat

- ookwel beeldspraak genoemd

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles

LETTERLIJK

Er kwamen geen kippen naar de gratis tennisles

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles

FIGUURLIJK

Er kwam helemaal niemand naar de gratis tennisles

UITDRUKKINGEN

- combinatie van woorden die samen een eigen,

soms figuurlijke, betekenis hebben

- als je niet weet wat een uitdrukking betekent, dan zoek je in het woordenboek naar het eerste belangrijke woord uit de uitdrukking