Les 3 Verwarde personen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Q3 Optreden plaats incident

Optreden overlast

Planning

• Kennen en kunnen 
• Actualiteit
• Opdracht
• Afsluiten 

Kennen en Kunnen

Kennen:

• Ik ken de samenhang tussen de diverse factoren die invloed hebben (schulden, geen werk etc.). Ik ken de verschillende (psychische) ziektebeelden en verschijnselen, de veelvoorkomende verslavingsproblematiek en de kenmerken van de behandelde psychiatrische en/of psychogeriatrische ziektes en de Licht Verstandelijke Beperkingen.

• Ik ken de kenmerken en ziektebeelden die horen bij PTSS.

• Ik ken de WvGGZ en andere wetgevingen op het gebied van de psychiatrie/psychogeriatrie en de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

• Ik ken het werkmodel van ‘Hazelhof’.

• Ik ken de rol van de instelling en/of ketenpartner en de relatie van deze instellingen(en) met de politie.

• Ik ken de basisprincipes van afwijkend gedrag.

• Ik ken de verdachte indicatoren.

Kennen en Kunnen

Kunnen:

• Ik kan afwijkend gedrag herkennen.

• Ik kan op basis van afwijkend gedrag een plan maken voor toezicht houden.

• Ik kan empathie tonen en gevoelsreflecties geven.

• Ik kan omgaan met mensen met problematisch gedrag en kan omgaan met mensen met een Post Traumatische Stress Stoornis.

• Ik kan de betrokkene met respect en empathie benaderen – denk hierbij aan de gehanteerde benaderingswijze, gespreksvaardigheden, observeren, signaleren en schriftelijke afhandeling.

• Ik kan in verschillende situaties uit de politiepraktijk, relevante kennis en vaardigheden toepassen om betrokkenen met deze 

www.trouw.nl

Wie verstaan we onder verwarde personen?

Verwarde personen

• Mensen met een verslaving
• Mensen die dak- thuisloos zijn
• Mensen met dementie
• Mensen met een psychische stoornis
• Mensen met een cognitieve beperking

Wat zou je willen leren betreft verwarde personen?

Opdracht

In koppels zoeken jullie een filmpje op van (politiewerk en) verwarde personen. Naderhand gaan we de filmpjes met elkaar bespreken.

Wat kan anders? Wat doet de agent goed in jouw ogen? 

Verkennende vragen

• Wat is goed politiewerk in deze opdracht? Wat is de urgentie van het werk?
• Wat is het belang van deze taak voor de politie en de samenleving?
• Welke verwachtingen heeft de samenleving, politie en jezelf?
• Welke ketenpartners spelen een rol?
• Is er sprake van verschillende verwachtingen?
• Welke verschillen zijn dat?
• Hoe denk je hiermee om te gaan?
• Wat zou je in ieder geval hierin willen leren?
• Wat zijn de gevolgen voor de politie en de samenleving als je deze taak niet goed uitvoert?

Welke stoornissen ken je?

Wat is de juiste volgorde?

Leg samen met je maatje de stappen in de juiste volgorde (Hazelhof)

Wat is de juiste volgorde? 

Nummer 2 

Nummer 1

Nummer 3

Nummer 5

Nummer 4

Nummer 6

Het bepalen van de onderhandelbaarheid

Zorg voor de betrokkene 

Het bepalen van de mogelijke overlast

Contact maken

Helpen bij de mogelijke diagnose 

De mogelijke juridische consequenties

Hazelhof

1. het contact maken

2. het bepalen van de onderhandelbaarheid

3. de mogelijke diagnose

4. het bepalen van de mogelijke overlast

5. de mogelijke juridische consequenties

6. zorg voor de arrestant/betrokkene

Bron: Hazelhof, T. & Verdonschot, T., Omgaan met problematisch gedrag, een handleiding voor de basispolitiezorg. Den Haag (2001): Elsevier Bedrijfsinformatie

Stap 1 contact maken

 Het blijkt dat mensen, die lijden aan een psychische ziekte slechter gaan functioneren als zij aan stress blootstaan. Het is dus zaak om de stress bij deze mensen niet te verhogen!

Wat is het doel van het contact maken?

Als politieagent krijg je zo de gelegenheid om de tegenpartij zoveel mogelijk te laten vertellen, zodat jij voldoende tijd hebt om zijn of haar psychische toestand te polsen!!

• stel jezelf voor;

• vraag hoe de ander heet;

• vraag wat er aan de hand is;

• vat regelmatig samen wat er gezegd wordt;

• zeg dat je kunt invoelen hoe de ander zich voelt, ook al weet je dat zijn/haar gevoel wordt opgeroepen door een finaal onjuiste gedachte (bv. indien iemand zich bang voelt door de overtuiging dat men gas in zijn huis spuit, dan kun je zeggen dat je dat een rot gevoel voor hem/haar vindt, ofschoon je weet dat deze door de feiten wordt tegengesproken.)

• ga op het verhaal van de ander door, door te laten weten dat je komt om een oplossing te zoeken.

Stap 2: het bepalen van de onderhandelbaarheid

 Door een open houding, eerlijkheid en het scheppen van duidelijkheid geef je hun een houvast om meer greep op de werkelijkheid te krijgen, en daarmee op de grenzen van hun gebied.

• leg de persoon uit wat het doel is van jouw komst (vaak houdt het in dat de situatie weer rustig is als je weggaat. Ook kan het doel zijn, dat de persoon een hulpverlener in huis heeft als je hem/haar verlaat.);

• geef aan hoeveel tijd je daarvoor wilt gebruiken;

• kijk hoe de persoon reageert op jouw nabijheid. Wordt de persoon gespannen of ontspannen als jij je afstand tot hem/haar varieert? Maak dit bespreekbaar als je ziet dat de persoon gespannen wordt. Verwoord hierbij vooral jouw gevoel! (Bv. “Jij maakt me zo bang” of “Ik voel me nu onveilig”) Vraag wat hij/zij veilig vindt met betrekking tot de afstand. Indien de persoon niet wil of kan ingaan op je vragen over de afstand, kijk dan wanneer hij/zij schrikt. Maak een afspraak met de persoon over hoe hij te verstaan kan geven dat je te dichtbij komt!

Stap 2: het bepalen van de onderhandelbaarheid

• Verdeel, samen met de ander, het doel waaraan je wilt gaan werken in stappen….

o Eerst kalmeren;

o Dan vertellen wat er aan de hand is;

o Vervolgens kijken hoe het gekomen is;

o Aansluitend samen bepalen hoe het verder moet;

o Ten slotte afspraken maken over de toekomst.

• Deel mee dat je niet van dit schema wilt afwijken en dat je:

o Niet inhoudelijk zult ingaan op de strubbelingen, die er geweest zijn;

o Alleen een zakelijke afhandeling wilt, omdat die ook beter is voor de persoon.

• Laat de persoon vertellen wat er is gebeurd, met de nadruk op de afgelopen uren. Zeg duidelijk, dat je niet met de persoon kunt of wilt praten over de oorzaken van het disfunctioneren.

• Stop direct pogingen van de persoon om alle problemen op tafel te leggen en hou het in het hier en nu! Geef aan dat voor al zijn problemen andere hulpverleners ingeschakeld kunnen worden. Beperk je tot het gebeurde en laat de persoon vertellen, hoe hij ervoor zal zorgen, dat de situatie wordt opgelost. Vraag na of er afspraken zijn met eventuele behandelaars of crisisopvang. Vraag aan de persoon om weer over een oplossing te praten!

Stap 3: De mogelijke diagnose

Als agent kun je bijdragen tot het stellen van de diagnose door goed te luisteren en te kijken hoe iemands met zijn territorium omgaat. Hoe reageert hij of zij op jouw vragen, wat is zijn/haar beeld van de werkelijkheid en wat is zijn/haar reactie op jou als agent? Om hulpverleners te steunen en vooral om voor jezelf sneller duidelijk te krijgen wat er aan de hand is, volgen hier enige aanwijzingen!

• onthoud hoe er wordt gereageerd op je voorstellen om tot een afspraak te komen;

• is de persoon bezig zijn beweegredenen te vertellen?

• Is de persoon (zeer) extreem in zijn emotionele reacties?

• Lukt het de persoon slechts met moeite rustig te worden?

• Blijft de persoon erbij dat hij/zij na vertrek zijn territorium moet verdedigen? Schakel dan de hulp in!

Stap 4: het bepalen van de mogelijke overlast

Bepaal de mogelijke overlast. Spreek het volgende af:

• Dat daar later op zal worden teruggekomen;

• Hoe het verder moet als je weg bent.

Stap 5: de mogelijke juridische consequenties

Bepaal de mogelijke juridische consequenties en spreek af dat die, indien mogelijk, later worden besproken. Wanneer je de persoon in een uit de hand gelopen situatie confronteert met juridische consequenties, kan dit een emotioneel steekspel tot gevolg hebben. Het later bespreken is vanzelfsprekend alleen maar juridische consequenties die niet tot aanhouding leiden.

Stap 6: zorg voor de arrestant

• Indien de persoon gearresteerd dient te worden ontvangt hij/zij dezelfde zorg als andere arrestanten, echter houd rekening met zijn/haar toestand en beeld van de werkelijkheid. Toon begrip voor zijn/haar visie, maar geef ook te verstaan dat jij een andere kijk hebt en dat er regels zijn waaraan je je dient te houden;

• In de benadering ben je humaan, heb je respect voor territoriumgrenzen en overschrijd je deze op een veilige manier, voor zowel jezelf als voor de ander;

• Bij het in bewaring stellen dien je bij personen, die moeite hebben met hun territorium steeds van tevoren duidelijk te maken wat je gaat doen. Zeg, dus wat je gaat doen en doe ook wat je zegt! Dit verschaft duidelijkheid, zodat de ander weet wat hij/zij kan verwachten. Onverwachte bewegingen kunnen tot escalatie leiden!

• Zit de persoon in de cel, dan kijk je voor het betreden van de cel waar de cliënt zich bevindt. Vraag toestemming om binnen te komen, zeker bij angstige personen. Als je naar binnen gaat, zorg dan goed voor je eigen veiligheid en die van je collega’s. spreek goed af, wie het woord voert en hem/haar zaken zal vertellen, en ook waar de andere collega’s zich bevinden op het moment dat je de cel betreedt.

• Als je eenmaal naar binnen gaat, vraag dan steeds hoever je naar binnen mag en waar het voor de cliënt nog veilig voelt. Observeer hem/haar goed en dwing hem niet om je aan te kijken. Iemand jou in de ogen laten kijken, kan erg bedreigend zijn. Bedenk hierbij: je ogen zijn de poorten naar je ziel. Af en toe iemand in de ogen kijken is voldoende!

En nu? 

- Welkom in.. containerdorp 

- Tygo in de psychiatrie (jeugdpsychiatrie)

- Tygo aan de GHB (verslaving)

- 100 dagen in je hoofd (volwassenpsychiatrie)

- Code rood: TBS

- Dis is Patricia (meervoudige persoonlijkheidsstoornis)

- The 24 faces of Billy Milligan (meervoudige persoonlijkheidsstoornis)

- Alcoholism (Louis Theroux, verslaving)

- By reason of ( Louis Theroux, geweld en psyschische stoornissen)

- Medicated Kids (Louis Theroux, kinderen en stoornissen)

- Verdoofd (verslaving)

- Je zal het maar hebben (wel even goed zoeken op stoornissen)

- The Amsterdam/Rotterdam project (thuis- en daklozen)