4.5 Energie en reactiesnelheid

4.5 Energie en reactiesnelheid
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4.5 Energie en reactiesnelheid

Slide 1 - Slide

Endotherm:

Exotherm:
  • Constant energie nodig
  • Er komt meer energie vrij dan er nodig is

Slide 2 - Slide

Energiediagram: weergave van energie-flow tijdens chemische reactie

activeringsenergie: energie die nodig is om de reactie te starten, om de geactiveerde toestand te bereiken.
De reactie-energie is het verschil in energie tussen begin- en eindstoffen.

exotherm of endotherm?
EXOTHERM. de producten hebben minder energie dan de beginstoffen, er is dus energie vrijgekomen.
  • reactie-energie is negatief: er is energie vrijgekomen 

Slide 3 - Slide

exotherm of endotherm?
ENDOTHERM. de producten hebben meer energie dan de beginstoffen, er is dus energie in gestopt (nodig geweest).
  • reactie-energie is positief: er is energie nodig geweest 

Slide 4 - Slide

Aantekening
Aan de slag met rest opdrachten 4.3 (24 t/m 32, 29 niet) + 4.5: 43, 46, 53

Slide 5 - Slide

Een katalysator toevoegen aan de reactie
Wat doet een katalysator ook alweer?

Slide 6 - Slide

Een katalysator versnelt de reactie, zonder daarbij te worden verbruikt.

De katalysator zorgt ervoor dat de activeringsenergie verlaagd wordt, dus dat de geactiveerde toestand eerder gehaald word en dus dat de reactie sneller is.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

4.5 deel 2

Slide 9 - Slide

Ook katalysatoren in ons lichaam. Weten jullie welke stoffen dit zijn?

Slide 10 - Slide

Enzymen

Enzymen zijn biokatalysatoren, deze versnellen chemische reacties in ons lichaam 
voorbeelden
- amylase: in mond, helpt zetmeel om te zetten in suiker
- pepsine: in maag, helpt afbraak van eiwitten tot aminozuren

Slide 11 - Slide

Andere factoren om reactie te versnellen

  • temperatuur
  • concentratie
  • verdelingsgraad
  • Te verklaren met botsende deeltjesmodel 

Slide 12 - Slide

Botsende deeltjesmodel
Moleculen botsen constant, maar wanneer dit met een bepaalde snelheid en energie gebeurt, is dit een EFFECTIEVE BOTSING

Een effectieve botsing zorgt voor een reactie, of een snellere reactie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Verdelingsgraad
Grotere oppervlakte > meer kans op botsingen >
snellere reactie

Slide 15 - Slide

Concentratie
Hogere concentratie > meer
stof in zelfde volume > meer
botsingen > snellere reactie

Slide 16 - Slide

Temperatuur
Hogere temperatuur > meer beweging van moleculen > meer botsingen > snellere reactie

Slide 17 - Slide

Hoort dit energiediagram
bij een exotherme of
endotherme reactie?
A
exotherm
B
endotherm

Slide 18 - Quiz

Wat is de activeringsenergie?
A
energie die constant nodig is
B
energie om de reactie te laten starten
C
energie om de geactiveerde toestand te halen
D
hetzelfde als de geactiveerde toestand

Slide 19 - Quiz

Wat is de reactie-energie?
A
energieverschil tussen begin- en eindstoffen
B
totale energie van de reactie
C
energie om de reactie te laten eindigen
D
energie om de geactiveerde toestand te halen

Slide 20 - Quiz

Is de reactie-energie bij een
exotherme reactie positief
of negatief?
A
positief
B
negatief

Slide 21 - Quiz

Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.

Slide 22 - Quiz

Aan welke voorwaarden moeten deeltjes voldoen voor een effectieve botsing?
A
Ze moeten op de juiste plaats botsen
B
Ze moeten met voldoende snelheid botsen bij de juiste temperatuur.
C
Ze moeten op kamertemperatuur botsen op de juiste plaats
D
Ze moeten met voldoende snelheid op de juiste plaats botsen

Slide 23 - Quiz

Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator

Slide 24 - Quiz

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur

Slide 25 - Quiz

Welke manier om een reactie te versnellen kun je slechts bij een specifieke reactie toepassen?
A
een katalysator
B
de verdelingsgraad
C
de temperatuur
D
de concentratie

Slide 26 - Quiz

De reactiesnelheid is lager bij
A
een grotere verdelingsgraad
B
een kleinere verdelingsgraad
C
de verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 27 - Quiz