14 cours du 1er novembre

le premier novembre
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

le premier novembre

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

le 3 novembre
- on parle des vacances
- on écoute
- les verbes
   > imparfait & passé composé vorm
   > grammaire B > domino


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

domino + verbes
- Schrijf 7 werkwoordsvormen op van grammatica B
- zorg dat je elk werkwoord, elke werkwoordstijd en elke persoon (je, tu, il/elle/on, nous, vous/ils/elles) minstens één keer gebruikt.
- Je gaat zo dadelijk in koppels  spelen

timer
3:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

- Leerling A schrijft één van zijn werkwoordsvormen op en streept deze in zijn aantekeningen door
- leerling 2 probeert een vorm aan te sluiten; dat betekent dat van de drie aspecten tijd, persoon en betekenis, er twee aspecten hetzelfde moeten zijn als het woord van de medeleerling, en er één aspect anders mag zijn, bijvoorbeeld il lit > il lisait (persoon, betekenis hetzelfde, tijd verschilt)
- Deze schrijft hij onder de vorige (en streep door in eigen lijst).
- Je probeert zo snel mogelijk al je vormen weg te spelen, om te winnen.
- Als je niet kan, moet je een woord "pakken", lees op de volgende slide hoe je dat doet -->

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

een ww "pakken"
- Je gaat naar de volgende site (3 dobbelstenen, 6 ogen)
- de eerste dobbelsteen staat voor de persoon (1 = je, 2=tu, 3=il/elle/on, 4=nous, 5=vous, 6=ils/elles)
- de tweede dobbelsteen staat voor het ww (1= het 1e ww in je boek dat je moet leren, 2= het tweede ww... enz. Spreek af wat je met 5 en 6 doet. Opnieuw gooien of misschien être & avoir herhalen? Of twee werkwoorden van een vorig hoofdstuk?
- de 3e dobbelsteen staat voor de tijd: 1 = présent, 2 = imparfait, 3 = p.c., 4=futur en 5=conditionnel, 6= een tijd naar keuze.https://onlinedobbelsteen.nl/

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld:

Na "vous craignez' kan je op 3 verschillende manieren antwoorden:

Je veranderd de tijd (maar je houdt wel craindre+vous)> vous craindriez/vous avez craint/ etc

Je verandert het werkwoord (je houdt wel de présent + vous): vous lisez of vous résolvez

Je verandert de persoon (maar het blijft présent + craindre) > je crains/nous craignons/etc.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

on écoute > chapitre 3

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

corriger p. 44-47
  1. sport, est
  2. invite, 
  3. ça va
  4. porte
  5. marche
  6.  sa maison
  7. basket-ball
Exercice 4
1 la planche
2 l'équilibre
3 l'endroit
4 mettre en place
5 un mode de vie
6 attirer

Exercice 5c > B
 
Exercice 5e > A
 
Exercice 5f > C
 
Exercice 5g
Question d'examen 4: A
Question d'examen 5: A






Slide 9 - Slide

This item has no instructions

devoirs 
SO:
- alle woordjes van links naar rechts 
- hoofdstuk 5 én je eigen gekozen hoofdstuk
- dus NIET de zinnetjes
- leer vooral de structuurwoorden goed!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

5 questions vrai/faux

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Question 1
A
VRAI
B
FAUX

Slide 12 - Quiz

Francine a un nouveau ballon et elle veut jouer au basket-ball avec Michel à cinq heures
Question 2
A
VRAI
B
FAUX

Slide 13 - Quiz

Michel veut apprendre à jouer au basket-ball pour Francine.
Question 3
A
VRAI
B
FAUX

Slide 14 - Quiz

Le joueur de base-ball dit qu'il joue très bien le basket-ball.
Question 4
A
VRAI
B
FAUX

Slide 15 - Quiz

Le joueur de base-ball frappe Michel sur l'épaule.
Question 5
A
VRAI
B
FAUX

Slide 16 - Quiz

À la fin de l'histoire Michel ne veut plus jouer au basket-ball et Francine et fâchée.
Jeu de mémoire

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

On lit l'histoire

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

devoirs
- Fais ex. 4A p. 51
- répète voc E

Slide 19 - Slide

This item has no instructions