What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Geschiedenis Hfst 3: paragraaf 3.2 democratie in Nederland
Burgers en stoommachines
paragraaf 3.2 Democratie in Nederland
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Burgers en stoommachines
paragraaf 3.2 Democratie in Nederland
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Terugblik Franse revolutie en Bataafse Republiek
Bestuur van nerderland voor 1848 en na 1848
Luister de geluidsfragmenten en bekijk de filmpjes.
Beanwoord de vragen
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf kun je herkennen en uitleggen hoe Nederland werd geregeerd vóór en ná 1848
Slide 3 - Slide
1789:
De Franse Revolutie
Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap
Einde aan Koninkrijk Frankrijk
Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij
Een grondwet
Slide 4 - Slide
1795-1801:
Bataafse Republiek
Revolutie o.l.v. de
Patriotten
: zij willen meer van het volk (...en zijn wel klaar met de Oranjes)
De Patriotten krijgen hulp van de Fransen
Frankrijk bezet Nederland (1795-1813) en erfstadhouder Willem V moet vluchten naar Engeland
Slide 5 - Slide
Hoe heette de eerste koning van de Nederlanden?
A
Willem I
B
Willem V
C
Lodewijk Napoleon
D
Napoleon
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Willem I komt aan op Scheveningen (1813)
Slide 8 - Slide
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Napoleon verslagen bij Waterloo
Zoon van prins Willem V wordt
koning
Willem I
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
: Nederland, België en Luxemburg
Slide 9 - Slide
Ko
ning-Koopman
Willem I wil van Nederland een modern land maken.
Om dit te kunnen betalen richtte hij de Nederlandsche Handelsmaatschappij (NHM) op en De Nederlandsche Bank.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wat zijn de sterke kanten van het Zuiden?
A
Handelaren
B
Textielindustrie
C
Visserij
Slide 12 - Quiz
Wat is de sterke kant van het Noorden?
A
Handelaren
B
Textielindustrie
C
Visserij
Slide 13 - Quiz
Hoe moesten de producten worden vervoerd in deze moderne economie?
A
Trekschuit
B
Lopend
C
paard en wagen
D
Stoomtrein
Slide 14 - Quiz
Noem twee voordelen van de stoomtrein?
Slide 15 - Open question
Noem twee bedrijven die Koning Willem 1 sticht?
Slide 16 - Open question
Belgische Revolutie
1830
Tijdens de viering van de verjaardag van koning Willem I in Brussel, slaat de vlam in de pan en komt het volk in opstand.
Ruim een maand later roepen de Belgen hun onafhankelijkheid uit
Slide 17 - Slide
1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken
:
Nederlands officiële taal
Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek
Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders
Nederland wordt voorgetrokken
Slide 18 - Slide
Gevolgen
1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
1831: Tiendaagse Veldtocht
1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
1840: Willem I treedt af
Slide 19 - Slide
Wat vind jij?
Heeft België een fout gemaakt door onafhankelijk te worden van Nederland, legt uit waarom?
Slide 20 - Open question
1840-1848:
Koning Willem II
Conservatief
: geen ruimte voor veranderingen
Regeert, min of meer, als absolute vorst
Moet niets weten van democratie
Moeizame relatie met zijn vader
Slide 21 - Slide
Hoe zag het bestuur van Nederland er uit
tussen 1815-1848?
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Onrust in 1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de Liberalen, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.
Er breken rellen uit in Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Italië
Slide 24 - Slide
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 25 - Slide
Gevolgen
De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe
grondwet
:
Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid
Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Nieuwe Grondwet
1848
Slide 28 - Slide
De nieuwe grondwet
Thorbecke adviseerde Willem II, de koning van Nederland, om een democratische verandering door te voeren
De koning wilde hier eerst niets van weten, maar wanneer er ook in Nederland rellen uit breken gaat hij toch akkoord
Niet de koning, maar de ministers maken voortaan de wetten. En deze worden gecontroleerd door het parlement dat door de bevolking wordt gekozen
Slide 29 - Slide
Hoe zag het bestuur
van Nederland
er
vanaf 1848* uit?
*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Geen democratie
Met de nieuwe grondwet kon nog niet iedereen stemmen, alleen de mensen die voldoende belasting betaalden mochten stemmen
Dit waren dus de mensen met veel geld, en zij waren vaak liberaal
Veel liberalen waren bang dat het volk hun stem zou gebruiken om de rijkdommen van de liberalen af te pakken
Slide 32 - Slide
Wat is een constitutionele monarchie?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Koninkrijk zonder grondwet
C
Land met een grondwet maar geen koning
D
Koninkrijk met een absolute koning
Slide 33 - Quiz
Wanneer is er sprake van echte democratie in Nederland?
A
1848
B
1879
C
1917
D
1919
Slide 34 - Quiz
In welk jaar kreeg Nederland voor het eerst een Nederlandse koning?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848
Slide 35 - Quiz
De belangrijkste politieke groep in 1848 waren de ......?......
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
Slide 36 - Quiz
Wie hebben er kiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen
Slide 37 - Quiz
Liberalen willen vooral.....
A
Weinig overheidsbemoeienis
B
Gelijkheid
C
Geen vrijheid
D
Politiek met de bijbel
Slide 38 - Quiz
Welke politieke groep mocht een nieuwe grondwet maken
A
Socialisten
B
liberalen
C
democraten
D
prinsgezinden
Slide 39 - Quiz
Wat betekent ' algemeen kiesrecht? '
A
stemrecht voor vrouwen
B
stemrecht voor rijke mannen
C
stemrecht voor mannen
D
stemrecht voor mannen en vrouwen
Slide 40 - Quiz
Een koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie
Slide 41 - Quiz
Het volk regeert via gekozen volksvertegenwoordigers
Dit noem je:
A
Een dictatuur
B
Een monarchie
C
Een parlementaire democratie
D
Verkiezingen
Slide 42 - Quiz
Kies een kenmerk van de Parlementaire Democratie.
A
Grondwet
B
Vrije en geheime verkiezingen
C
Parlement als hoogste macht
D
Trias Politica
Slide 43 - Quiz
Leg uit waarom we niet direct na de grondwetswijziging van 1848 van een democratie konden spreken?
Slide 44 - Open question
Wie kan ze allemaal benoemen? geef je antwoord in de volgende slide
Slide 45 - Slide
Wie kan ze allemaal benoemen? Bekijk de vorige slide
Slide 46 - Open question
Huiswerk
Maak de opdrachten in je werkboek van paragraaf 3.2
Slide 47 - Slide
More lessons like this
2. Het Koninkrijk der Nederlanden
May 2019
- Lesson with
51 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
2. Het Koninkrijk der Nederlanden
September 2017
- Lesson with
51 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
2. Het Koninkrijk der Nederlanden
April 2018
- Lesson with
51 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
2.2 Democratie in Nederland
December 2018
- Lesson with
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
1.2 De grondwet van 1848
March 2019
- Lesson with
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3.1 koninkrijk der Nederlanden
December 2021
- Lesson with
43 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
les 1.1
September 2018
- Lesson with
38 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Koninkrijk der Nederlanden 1815-1848
April 2024
- Lesson with
14 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4