H4 - Vragen over Kleur

• Kunst
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom!

Theorie bij het boek BBB.

Pak je boek en schrift erbij!

Bestudeer de begrippen op p. 38 t/m 43

Lees de tekst aandachtig en bekijk de afbeeldingen goed.

De volgende vragen gaan over de begrippen op deze pagina.

Noteer de begrippen en betekenis ook in je schrift!

Aan het eind van de les lever je hiervan een foto in.

Geef de betekenis van het begrip:
Verzadigde kleuren

Geef de betekenis van het begrip:
Onverzadigde kleuren

Geef de betekenis van het begrip:
Kleurencirkel

Geef de betekenis van het begrip:
Primaire kleuren

Geef de betekenis van het begrip:
secundaire kleuren

Geef de betekenis van het begrip:
Expressief kleurgebruik

Geef de betekenis van het begrip:
Symbolisch kleurgebruik

Geef de betekenis van het begrip:
Kleurcontrasten

Geef de betekenis van het begrip:
Kleurverloop

Geef de betekenis van het begrip:
Optische kleurmenging

Geef de betekenis van het begrip:
Atmosferisch perspectief

Maak een foto van jouw schrift met de 11 begrippen van deze les.

Toepassen

We hebben net de betekenis van elf woorden geleerd.

Nu gaan we de begrippen toepassen op kunstwerken.

Kijk eerst goed naar de afbeelding.

Beantwoord daarna de vragen

1a. Welke primaire kleur(en)
herken je in afb. 1?

1b. Het gezicht van Marilyn is roze.
Noem je dat een primaire, een secundaire
of een tertiaire kleur?

2a. Naast zwart zijn er maar twee kleuren
op een witte ondergrond gebruikt.
Welke zijn dat?

2b. Ook hier lijkt het gezicht roze,
maar het is een primaire kleur.
\Waardoor lijkt het toch roze?

2c. Zie je in dit schilderij verzadigde of
onverzadigde kleuren?

Vond je deze vragen:

1. Makkelijk
2. Best te doen
3. Moeilijk
4. Ik heb geen idee wat ik moet doen

Vraag 3

Dit is een propagandaposter. Propaganda is een manier om via de media (kranten, posters, televisie, internet) mensen te overtuigen.

3a. Waar gaat jouw aandacht naar uit?
Draagt het kleurgebruik daartoe bij?

3b. Je ziet een contrast tussen het rood
en de meer blauwige achtergrond.
Wat is daarvan het effect?

3c. Welk gevoel wil de maker volgens jou met
het kleurgebruik uitdrukken?
Leg je antwoord uit.

Vond je deze vragen:

1. Makkelijk
2. Best te doen
3. Moeilijk
4. Ik heb geen idee wat ik moet doen

Hier is (voornamelijk) sprake van:

1. Kleurverloop
2. Atmosferisch perspectief
3. kleurcontrast
4. Optische kleurmenging

Ik denk dat ik de begrippen Verzadigd/ onverzadigd nu:

1. Begrijp
2. Begrijp en kan gebruiken
3. Niet begrijp
4. Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Ik denk dat ik de begrippen kleurencirkel, primaire kleuren en secundaire kleuren nu:

1. Begrijp
2. Begrijp en kan gebruiken
3. Niet begrijp
4. Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Ik denk dat ik het begrip expressief kleurgebruik en symbolisch kleurgebruik nu:

1. Begrijp
2. Begrijp en kan gebruiken
3. Niet begrijp
4. Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Ik denk dat ik het begrip kleurcontrast nu:

1. Begrijp
2. Begrijp en kan gebruiken
3. Niet begrijp
4. Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen

Ik denk dat ik het begrip kleurverloop, optische kleurmenging en atmosferisch perspectief nu:

1. Begrijp
2. Begrijp en kan gebruiken
3. Niet begrijp
4. Begrijp, kan gebruiken en andere kan uitleggen