2 tl hfd 2 Taalverzorging Samengestelde zinnen (2) Klass.

Samengestelde zinnen maken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Samengestelde zinnen maken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert samengestelde zinnen maken. 

Slide 2 - Slide

enkelvoudige zinnen
Enkelvoudige zinnen zijn zinnen met één persoonsvorm (en één onderwerp).

Bijvoorbeeld:
Gisteren heb ik nasi gegeten bij de Chinees.
Daarvoor hebben we gezellig geschaatst op het IJsselmeer.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn zinnen met meerdere persoonsvormen en onderwerpen. 
Deze zinnen worden bijna altijd verbonden door een voegwoord

Slide 4 - Slide

DUS
Enkelvoudige zin = 1 persoonsvorm en 1 onderwerp

Samengestelde zin = 2 persoonsvormen en 2 onderwerpen 
(of soms zelfs meerdere persoonsvormen en meerdere onderwerpen)


Slide 5 - Slide

wat zijn samengestelde zinnen?

Slide 6 - Open question

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 7 - Drag question

Hoe maak je samengestelde zinnen?
Samengestelde zinnen worden samengevoegd via voegwoorden
Kijk maar eens naar het rijtje met voegwoorden en naar de voorbeeldzinnen. 

Slide 8 - Slide

diverse voegwoorden
en, maar, want, of
terwijl, voordat, nadat, zodat, omdat, dus, toen, als, wanneer, hoewel, echter, dat
(enzovoort)

Slide 9 - Slide

Samengestelde zinnen maken
Let bij het maken van samengestelde zinnen op de woordvolgorde. Samengestelde zinnen moeten grammaticaal kloppen. 

Slide 10 - Slide


Welke zin is grammaticaal goed?
A
- Omdat de zon schijnt, hij gaat zwemmen.
B
- Hij gaat zwemmen, omdat schijnt de zon.
C
- Hij gaat zwemmen, want de zon schijnt.
D
- Hij gaat zwemmen, want schijnt de zon.

Slide 11 - Quiz

Pv vinden
In een samengestelde zin gebruik je de tijdproef om de persoonsvormen te vinden.
Hoe zat dat ook al weer?

Slide 12 - Slide

Vind de pv's: In de dierentuin was geen dier te zien, omdat ze allemaal sliepen.

Slide 13 - Mind map

Noteer de pv's en het voegwoord:
Judith gaf haar vriendin een cadeaubon, omdat zij haar rijbewijs had gehaald.

Slide 14 - Open question

Hoe vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen?

Slide 15 - Open question

samengestelde zinnen
Ik ga naar de dokter. Ik voel me ziek.
Ik ga naar de dokter, omdat ik me ziek voel.
Omdat ik me ziek voel, ga ik naar de dokter. 

Een zin kan ook beginnen met het voegwoord. Tussen de 2 persoonsvormen staat dan altijd een komma. 

Slide 16 - Slide

Goede samengestelde zinnen
- Omdat de zon schijnt, gaat hij zwemmen.
- Hij gaat zwemmen, omdat de zon schijnt.
- Hij gaat zwemmen, want de zon schijnt. 

Slide 17 - Slide

Noteer de persoonsvormen en de onderwerpen van deze samengestelde zin.
Wanneer je vlees goed verhit, dood je de bacteriën.
Zo noteren: woord komma woord (geen spatie)

Slide 18 - Open question

Benoem de persoonsvormen en het voegwoord van deze samengestelde zin:
Lisa stopte 10 euro in haar portemonnee en ze besloot niet meer geld uit te geven.

Slide 19 - Open question

Zie het bord wat je nu moet gaan doen.

Slide 20 - Slide