Grammatica herhaling bijv nw

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4,5

Welk van de vormen van het bijvoeglijk naamwoord congrueert met:
reges

1. magnae
2. magnes
3. magni
4. magnus

Welk van de vormen van het bijvoeglijk naamwoord congrueert met:
domini

1. forti
2. fortis
3. fortes
4. forte

Welk van de vormen van het bijvoeglijk naamwoord congrueert met:
puella

1. nulla
2. nullae
3. nullam
4. nullas

Welk van de vormen van het bijvoeglijk naamwoord congrueert met:
nominum

1. magnum
2. magnus
3. magnarum
4. magnorum

Welk van de vormen van het bijvoeglijk naamwoord congrueert met:
puero

1. fortis
2. forte
3. forti
4. forto

Welke woorden congrueren?

urbem

servo

dominis

regis

magnis

magnam

magni

magno

Vul de congruerende vorm in van het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat:
(magnus) regi

Vul de congruerende vorm in van het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat:
(fortis) puellas

Vul de congruerende vorm in van het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat:
(magnus) bella

Vul de congruerende vorm in van het bijvoeglijk naamwoord dat tussen haakjes staat:
(fortis) regum