4BB Oefenvragen Voortplanting

Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden
1 / 18
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden

Slide 1 - Quiz

Wat is een embryo?
A
een ander woord voor 'moederkoek'
B
een ander woord voor 'placenta'
C
het ongeboren kindje
D
zorgt voor voedsel in de baarmoeder.

Slide 2 - Quiz

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.

Slide 3 - Quiz

Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Slide 4 - Quiz

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte

Slide 5 - Quiz

Als je eenmaal aan het zoenen bent en de één wil meer, dan moet je wel doorgaan.
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz

Je mag een ander best overhalen tot seksuele handelingen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 7 - Quiz

Seks hoort een beetje pijn te doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als je een condoom gebruikt kan je niemand zwanger maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Seksuele voorlichting is onnodig
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quiz

Het zou beter zijn als jongens en meiden apart seksuele voorlichting zouden krijgen
A
Eens
B
Oneens

Slide 11 - Quiz

Als je zes maanden lang een relatie hebt gehad, dan hoor je al seks gehad te hebben.
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quiz

Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap
A
Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
B
Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet

Slide 13 - Quiz

Coïtus interuptus betekent...
A
dat de man zich terugtrekt vlak nadat hij is klaargekomen
B
dat de man zich terugtrekt voordat hij klaarkomt
C
de vrouw goed aangeeft wanneer zij er klaar voor is
D
dat de vrouw aangeeft wanneer de man zich moet terugtrekken

Slide 14 - Quiz

Twee weken na de eerste dag van de menstruatie is de vrouw meestal vruchtbaar
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Als je de pil slikt kun je niet zwanger worden
A
klopt niet, ook als je de pil slikt kun je zwanger worden
B
klopt, ook als je hem af en toe vergeet
C
klopt, mits je hem goed gebruikt

Slide 16 - Quiz

Er is maar één anticonceptiemiddel dat tegen zwangerschap én soa's bescherming biedt en dat is
A
het pessarium
B
het condoom
C
de prikpil
D
geheel onthouding

Slide 17 - Quiz

Wanneer je geslachtsgemeenschap hebt tijdens de menstruatie van de vrouw, kan zij niet zwanger worden
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 18 - Quiz