BK2 H6

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Binnenkomst

1. Telefoon in de telefoontas

2. Niet eten (geen kauwgum)

3. Boek B & laptop pakken

4. Gaan zitten volgens plattegrond

5. Timer voorbij

--> stop met praten de les begint

Dinsdag 14 januari

1. Boek B + geodriehoek nodig
2. Wat weet je al over "licht"?
3. Lezen H6.1
4. Weektaak = Opgaven H6.1 maken 

Woensdag 15 januari

1. Boek B + geodriehoek nodig
2. Hoe teken je licht?
3. Lezen H6.2
4. Hoe teken je schaduw?
5. Weektaak = Opgaven H6.1 maken 
   als je al klaar bent verder met opgaven H6.2

H6.1 opgave 12: licht tekenen

H6.2: schaduw tekenen

Maandag 20 januari

1. Boek B + geodriehoek nodig
2. Toets nabespreken
3. De vorm en grootte van een schaduw (H6.2 opgave 11)
4. Schaduw tekenen oefenen
5. Wat is halfschaduw en kernschaduw?

H6.2: opg. 8

H6.2: opg. 10

Dinsdag 21 januari

1. Boek B + geodriehoek nodig
2. Schaduw tekenen oefenen (kern- en halfschaduw)
3. Spiegelschrift schrijven
4. H6.3 deel 1 en opgaven maken

Spiegelschrift

Dinsdag 21 januari

1. Boek B + geodriehoek nodig
2. Schaduw tekenen oefenen (kern- en halfschaduw)
3. Spiegelschrift schrijven
4. H6.3 deel 1 en opgave 1 t/m 7 in je boek maken
   Klaar: Ga dan verder met H6.3 Proef 2 (in dit lokaal)

Woensdag 22 januari

1. Boek B + geodriehoek nodig
2. H6.3 deel 1 lezen
3. H6.3 deel 2: Spiegelbeeld tekenen
4. Zelfstandig werken: H6.3 Opgave 1 t/m 11 in je boek maken
5. Klaar: Proef 2 in je boek / Maak Test Jezelf H6.1 t/m H6.3

Maandag 27 januari

1. Boek B + laptop+ geodriehoek nodig
2. Toetsdatum H6!
3. Wat weet je nog?
4. Spiegelwet (extra lesstof)
5. H6.4 KLEUREN
6. Zelfstandig werken

Wat is geen lichtbron?

1. Zon
2. Maan
3. TV scherm
4. Stoplicht

Wat is geen natuurlijke lichtbron?

1. Zon
2. Sterren
3. Kaars
4. Bliksem

Lichtbronnen stralen licht uit.
In welke richting straalt een lichtbron licht uit?

1. alleen naar beneden
2. alleen naar boven
3. alleen naar de ogen van iemand die naar de lichtbron kijkt
4. in alle richtingen

Welke voorwerpen kun je zien?

1. alleen voorwerpen die licht weerkaatsen
2. alleen voorwerpen die zelf licht geven
3. voorwerpen die licht weerkaatsen of licht geven
4. Je kunt altijd alle voorwerpen zien.

Cas kijkt naar een sportwedstrijd op de televisie. Waardoor ziet Cas ook de muur achter de televisie?

1. Doordat de muur licht weerkaatst.
2. Doordat de muur ook licht uitstraalt.

Wat is een lichtbundel?

1. al het licht dat uit een lichtbron komt
2. een dun lijntje licht
3. een groep lichtstralen die dezelfde kant op gaan
4. het licht dat op een voorwerp wordt weerkaatst

Welke stoffen laten licht door?

1. melk, glas
2. water, benzine
3. karton, hout
4. ijzer, sinaasappelsap

Om de schaduw van een voorwerp te tekenen, moet je twee bijzondere lichtstralen tekenen.
Hoe noem je die lichtstralen?

Bibi doet een proef. Ze zet een blokje tussen een theelichtje en een scherm. Ze ziet nu een schaduw op het scherm. Wat gebeurt er met de schaduw als Bibi het blokje dichter bij het theelichtje zet?

1. wordt groter
2. wordt kleiner

Wat is het belangrijkste verschil tussen de spiegelwereld en de echte wereld?

1. Boven en onder zijn omgewisseld.
2. Boven en onder én links en rechts zijn omgewisseld.
3. In de spiegelwereld zie je geen diepte.
4. Links en rechts zijn omgewisseld.

Schrijf in spiegelschrift:
HOI TIMO!

Spiegelwet

Maandag 27 januari

1. Boek B + laptop+ geodriehoek nodig
2. Wat weet je nog?
3. Spiegelwet (extra lesstof)
4. H6.4 KLEUREN
5. Zelfstandig werken: ONLINE opgaven H6.4 maken

Dinsdag 28 januari

1. Boek B + laptop+ geodriehoek nodig
2. Volgende week toets!!!
3. H6.4 Kleuren
4. Zelfstandig werken

Zelfstandig werken

1. ONLINE opgaven H6.4 afmaken

2. Test Jezelf H6.1 t/m H6.4 maken

Woensdag 29 januari

1. Boek B + laptop+ geodriehoek nodig
2. Volgende week toets!!!!
3. H6.5 Infrarode en Ultraviolette straling
4. Zelfstandig werken
5. Boeken inleveren, morgen weer in de klas

Zelfstandig werken

1. ONLINE opgaven H6.5 maken

2. Test Jezelf H6.1 t/m H6.5 maken

Boeken inleveren, morgen weer in de klas

Ma 3 februari

1. Boek B + laptop+ geodriehoek nodig
2. Woensdag week toets!!!!
3. Oefenen met tekenen
4. Oefentoets
5. Practicum: spectrum bekijken

Oefenen met tekenen

a. Teken een lichtstraal.

b. Teken een lichtbundel uit de zaklamp.

Oefenen met tekenen

Oefenen met tekenen

Oefenen met tekenen

1. Een lichtbundel bestaat uit lichtstralen die alle kanten op gaan.

1. WAAR
2. NIET WAAR

2. De kleuren rood, groen en blauw maken samen alle kleuren op een computerscherm.

1. WAAR
2. NIET WAAR

3. Een regendruppel breekt zonlicht.

1. WAAR
2. NIET WAAR

4. Als je in de schaduw van een boom staat, dan kun je de lichtbron zien.

1. WAAR
2. NIET WAAR

5. Van UV-straling word je bruin.

1. WAAR
2. NIET WAAR

6. Lars speelt in de zon. Lars heeft een gele trui aan.
Welke kleuren worden opgenomen door de trui van Lars?

1. alle kleuren
2. rood, groen en violet
3. alleen geel
4. rood, oranje, groen, blauw en violet

7. Je staat voor een spiegel en doet een stap naar voren.
Wat doet je spiegelbeeld?

1. blijft staan op dezelfde plaats
2. doet een stap naar achteren
3. doet een stap naar voren
4. stapt naar links of naar rechts, afhankelijk van de stand van de spiegel

8. Wat is een prisma?

1. de kleuren die in zonlicht zitten
2. een driehoekig stuk glas dat licht kan breken
3. een lichtbron die maar een kleur geeft
4. een meetapparaat dat voorbij zichtbaar licht kan meten

9. Waarmee werkt de afstandsbediening van een tv?

1. met infrarode straling
2. met rood licht
3. met ultraviolete straling
4. met violet licht

10. In een discotheek wil je flink opvallen op de dansvloer. Niet alleen omdat je goed kunt dansen, maar ook door je kleding. Welke kleur je kleding moet hebben om goed zichtbaar te zijn: wit of zwart.

1. WIT
2. ZWART

11. Wat betekent I.R. ?

12. Welke kleur staan er naast geel in de regenboog?

13. Watis de kleur van zonlicht?

14. Infrarode straling is hetzelfde als ... -straling. Wat moet er bij de puntes staan?

15. De loodlijn die je tekent bij een invallende lichtstraal bij een speigel om de weerkaatste lichstraal te kunnen tekenen noem je de .......