Mens en gezondheid les 6

1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Voedingstoffen

Slide 3 - Mind map

Voedingsmiddel

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat gaan we vandaag doen:
  • H2 Start met theorie blz 136 t/m 148 
  • H2 Start met praktijkopdracht blz 27 t/m 36
       Maken/lezen opdracht 2.1 t/m 2.4 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Maak een foto van de opdrachten en zet deze hieronder

Slide 11 - Open question

Wat is een voorbeeld van een micro-voedingsstof?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 12 - Quiz

Welke voedingsstoffen bevatten de meeste kilocalorieën (joules)?
A
Eiwit
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Vitamines

Slide 13 - Quiz


Welke vitamine zit veel in de afgebeelde voedingsmiddelen?
A
Vitamine A
B
Vitamine E
C
Vitamine C
D
Vitamine K

Slide 14 - Quiz

Met welk dieet moet je het meest opletten dat je genoeg vitamine B12 binnen krijgt?
A
Glutenvrij
B
Lactosevrij
C
Veganistisch
D
Vegetarisch

Slide 15 - Quiz

Welke belangrijke functie heeft calcium in ons lichaam?
A
Botopbouw
B
Regelen vochtbalans
C
Produceren van energie
D
Werking van de schildklier

Slide 16 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van eiwitten?
A
Brandstof
B
Verzadiging
C
Bouwstof
D
Voedingsstoffen transporteren

Slide 17 - Quiz

Koolhydraten zitten vooral in voedingsmiddelen zoals:
A
Volkorenpasta
B
Tuinbonen
C
Smeerkaas
D
Olijven

Slide 18 - Quiz

In welke producten tref je vooral onverzadigde vetten aan?
A
Noten en varkensvlees
B
Vette vis en kaas
C
Vloeibaar frituurvet en roomboter
D
Olijfolie en vis

Slide 19 - Quiz

Hoeveel vocht heeft iemand per dag nodig?
A
Ongeveer 0,5 liter vocht.
B
Ongeveer liter vocht.
C
Ongeveer 1,5 liter vocht.
D
Ongeveer 2 liter vocht.

Slide 20 - Quiz

Wat is een functie van vezels?
A
Ze zorgen voor het transporteren van voedingsstoffen
B
Ze zorgen voor een goede stoelgang
C
Ze zijn de bouwstoffen van het lichaam
D
Ze verhogen de goede cholesterol

Slide 21 - Quiz