herhaling politiek

politiek

herhalingsles
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

politiek

herhalingsles

Slide 1 - Slide

lees het stripverhaal
blz. 38 t/ m 41

Slide 2 - Slide

Noem drie dingen die de jongens doen om de aandacht van de politiek te trekken

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Jan gaat naar de stembus om iemand te kiezen voor de Tweede Kamer. Dit is:
A
een referendum
B
actief kiesrecht
C
passief kiesrecht
D
actieve overheid

Slide 5 - Quiz

bij landelijke verkiezingen stemmen we voor de:
A
Regering
B
minister-president
C
leden Eerste Kamer
D
leden Tweede Kamer

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

politiek rechts vindt dat:
A
burgers eigen verantwoordelijkheid hebben
B
zwakkeren geholpen moet worden door de overheid
C
mensen meer belasting moeten betalen
D
bedrijven meer belasting moeten betalen

Slide 8 - Quiz

politiek links vindt dat:
A
de overheid actief moet zijn om het verschil tussen arm en rijk te verkleinen
B
De overheid passief moet zijn, maar wel moet zorgen voor veiligheid
C
de overheid alleen in noodsituaties moet helpen
D
mensen en bedrijven minder belasting moeten betalen

Slide 9 - Quiz

Deze politieke partij is politiek links:
A
VVD
B
PVV
C
Christenunie
D
SP

Slide 10 - Quiz

Deze politieke partij is politiek rechts
A
D66
B
VVD
C
PvdA
D
PvdD

Slide 11 - Quiz

Deze politieke partij is een middenpartij:
A
PVV
B
GroenLinks
C
SGP
D
CDA

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

uitgangspunt van Christen-democraten
A
vrijheid
B
naastenliefde
C
solidariteit
D
gelijkwaardigheid

Slide 14 - Quiz

Een uitgangspunt van sociaal-democraten is:
A
solidariteit
B
economische vrijheid
C
geloof
D
naastenliefde

Slide 15 - Quiz

Een uitganspunt van liberalen is:
A
naastenliefde
B
geloof
C
gelijkwaardigheid
D
persoonlijke vrijheid

Slide 16 - Quiz

juist of onjuist:
de PVV heeft sociaal-democratische en liberale standpunten
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Christen-democraten komen vooral op voor:
A
mensen met minder kansen
B
bedrijven
C
mensen met weinig geld
D
gezinnen met kinderen

Slide 18 - Quiz

Sociaal-democraten komen vooral op voor:
A
christelijke instanties
B
mensen met minder kansen
C
werkende burgers
D
bedrijven

Slide 19 - Quiz

Een doel van de liberalen is:
A
eerlijke verdeling van inkomens, kennis en macht
B
een samenleving waarin mensen goed voor elkaar zorgen
C
bescherming van de vrijheid
D
respect voor het woord van God

Slide 20 - Quiz

juist of onjuist:
de Partij voor de Dieren hoort niet bij één politieke stroming
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

4. De parlementaire democratie


1. pak je oortjes en kijk het filmpje dat op de volgende slide te zien is.
2. maak daarbij aantekeningen in je aantekeningenschrift

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

aan het werk
  • lees in je tekstboek blz. 50 en 51
  • maak in je werkboek op blz. 44 t/ m 45 de onderstaande vragen: 1 t/ m 6, 11

Slide 24 - Slide

het parlement hoort bij de
A
uitvoerende macht
B
rechterlijke macht
C
wetgevende macht

Slide 25 - Quiz

vrije verkiezingen betekenen
A
dat niemand hoeft te weten wie je gestemd hebt
B
dat je mag stemmen op wie je wil
C
dat je een eigen partij mag oprichten
D
dat het gekozen parlement de hoogste macht heeft.

Slide 26 - Quiz