6.1 Organismen en hun omgeving

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

H6 Ecologie en duurzaamheid

6.1 Organismen en hun omgeving

Schrijf in eigen woorden wat milieu is?

Milieu

De omgeving van een organisme noem je zijn milieu

Aan het einde van de les...

- Kun je biotische en abiotische factoren onderscheiden.

- Kun je de niveaus van de ecologie beschrijven.

De verschillende niveau's

Individu

Een organisme; 

beestje/mens/plantje/insectje (organisme)

1

Populatie

Een groep individuen:

•  van DEZELFDE soort
•  in een bepaald gebied. 
• Die zich onderling kunnen voortplanten. 

Levensgemeenschap

Alle populaties in een gebied samen, die invloed hebben op elkaar 

Ecosysteem

Een gebied waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen.
 

vb.  bossen, duinen, sloot, woestijnen etc.

Biotisch

Abiotisch

Voedsel

bacteriën

Soortgenoten

Regen

Temperatuur

Wind

Andere populaties

Was is een voorbeeld van een biotische factor?

1. Lucht
2. Voedsel
3. Neerslag
4. Wind

Wat is een populatie?

1. Een boom
2. Verschillende dieren in een gebied
3. Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
4. Alles wat in een bepaald gebied is

Welk niveau van ecologie zie je hier?

1. Ecosysteem
2. Levensgemeenschap
3. Populatie
4. Individu

Een meer of rivier is een voorbeeld van een ecosysteem

1. juist
2. onjuist

Zelfstandig werken

- Werk aan de opdrachten van 6.1

- Klaar? Begin alvast aan de test jezelf van 6.1 

Succes! 

Huiswerk: 

Opdrachten van 6.1

Blz. 184

Opdr. 1,2,3,5,6,7

Eerder klaar?

Maak de test jezelf van 6.1