Herhaling hoofdstuk 3

3.4 Nederlands-Indië 
Herhalen van de belangrijkste leerstof voor de toets 
Herhaling hoofdstuk 3 aan de hand van een lessonup 
Geschiedenis
Welke vragen heb je nog over de toets?
Leren voor de toets 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Nederlands-Indië 
Herhalen van de belangrijkste leerstof voor de toets 
Herhaling hoofdstuk 3 aan de hand van een lessonup 
Geschiedenis
Welke vragen heb je nog over de toets?
Leren voor de toets 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les heb je de belangrijkste leerstof voor de toets herhaald en weet je wat je moet leren voor de toets 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 3:

3.1: Je weet hoe het Koninkrijk der Nederlanden werd geregeerd vóór en na 1848.
3.2: Je weet hoe arbeiders woonden tijdens de Industriële Revolutie.
3.3: Je weet hoe arbeiders probeerden hun levensomstandigheden te verbeteren.
3.5: Hoe ging Nederland om met de kolonie Nederlands-Indië





Slide 3 - Slide

Koning Willem I was...
A
de zoon van stadhouder Willem V
B
de kleinzoon van Napoleon
C
een door het volk gekozen koning
D
geen familie van Willem van Oranje

Slide 4 - Quiz

Verenigd koninkrijk der Nederlanden bestaat uit de landen...
A
Nederland, Frankrijk en luxemburg
B
Nederland, België en Duitsland
C
Nederland, België en luxemburg
D
Nederland, België en Frankrijk

Slide 5 - Quiz

Hoe regeert koning Willem I?
A
Hij doet alles in overleg met het parlement
B
Hij laat zijn ministers regeren
C
Hij doet niet zoveel
D
Hij regeert als een absoluut vorst

Slide 6 - Quiz

Waarom wilde België onafhankelijk worden?
A
In het noorden spraken mensen Nederlands, in het zuiden Frans en Vlaams
B
De koning trok de Nederlanders voor
C
De meeste Belgen waren katholiek en de meeste Nederlanders protestant
D
De Belgen zeggen friet en de Nederlanders patat dat zorgde voor ruzie

Slide 7 - Quiz

In welk jaar kwamen de Belgen in opstand tegen Willem I?
A
1815
B
1830
C
1839
D
1848

Slide 8 - Quiz

Vul in:
Voor 1848 maakte de                                    alle wetten, na 1848 deed het                                 dit.  
Na 1848 waren er verkiezingen waarbij rijke                                           het parlement kozen. 
Vanaf 1848 kon niet de koning, maar het parlement                                   ontslaan. 
Om de                                     jaar mocht  het
                             een nieuw parlement kiezen.


                               

ministers
mannen
vier
volk
koning
parlement

Slide 9 - Drag question


Wat is de Industriële Revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 10 - Quiz

Wat is Urbanisatie?
A
De groei van steden doordat mensen van het platteland naar de stad trokken
B
De groei van steden doordat mensen van de stad naar het platteland trokken
C
De groei van fabrieken, omdat meer mensen in de stad willen werken
D
De verslechtering van steden, doordat steeds meer mensen er gaan wonen

Slide 11 - Quiz

Wat is een vakbond?
A
Een groep arbeiders die durven te demonstreren tegen fabrieksbazen
B
Een vereniging die opkomt voor de belangen van arbeiders
C
Een kunststroming die arbeiders schildert
D
Een organisatie die opkomt voor de belangen van de boeren aan het begin van de 19e eeuw

Slide 12 - Quiz

Wat was de eerste sociale wet van Nederland?

Slide 13 - Open question

Wat was het Kinderwetje
van Van Houten?
A
Kinderen mochten niet meer werken.
B
Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet meer werken op het platteland
C
Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet meer in de fabriek werken
D
Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet langer dan acht uur in de fabriek werken.

Slide 14 - Quiz

Liberalen
Socialisten
Feministen
Thorbecke 
Aletta Jacobs 
Betere werkomstandigheden 
Algemeen mannenkiesrecht 
Vrouwenkiesrecht 
vrijheid van het individu

Slide 15 - Drag question

1874
1901
1917
1919
1848
Leerplichtwet
Algemeenmannenkiesrecht 
Grondwet Thorbecke
Kinderwetje van Houten
Actief vrouwenkiesrecht 

Slide 16 - Drag question

Wanneer werd Indië een kolonie van Nederland?
A
1619
B
1918
C
1816
D
1884

Slide 17 - Quiz

Het cultuurstelsel werd in 1830 ingevoerd op Java. Wat is het cultuurstelsel?

Slide 18 - Open question

Welk idee had Max Havelaar in zijn boek over Nederlands-Indie?
A
Hij vond dat de Indiërs niet zo moesten zeuren.
B
Hij vond dat de Nederlanders goed waren voor het Indische volk.
C
Hij schaamde zich voor de manier waarop de Nederlanders met het Indische volk omgingen.
D
Hij wilde de mensen overtuigen van het goede leven dat ze konden leven in Nederlands-Indie.

Slide 19 - Quiz

Heb je nog vragen voor de toets?

Slide 20 - Open question