T3 H1: Eiwitsynthese

Thema 3, Hoofdstuk 1:

 Eiwitsynthese




Mevr. C. De Bremaecker
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Thema 3, Hoofdstuk 1:

 Eiwitsynthese




Mevr. C. De Bremaecker

Slide 1 - Slide

Leerstof 5de opfrissen

Slide 2 - Slide

Wat zijn de bouwstenen van proteïnen?
A
eiwitten
B
glucose
C
aminozuren
D
nucleotiden

Slide 3 - Quiz

Wie wordt bij DNA (!) met wie verbonden door een waterstofbrug?
A
A met G
B
A met T
C
A met C
D
A met U

Slide 4 - Quiz

Wie wordt bij RNA(!) met wie verbonden door een waterstofbrug?
A
A met G
B
A met T
C
A met C
D
A met U

Slide 5 - Quiz

Waar worden de eiwitten effectief gemaakt?
A
In de celkern
B
Buiten de cel
C
In het cytoplasma
D
In het chromosoom

Slide 6 - Quiz

DNA
RNA
Dubbele streng
Enkele streng
Desoxyribose
Ribose
Thymine
Uracil
Kern
Kern & cytoplasma

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Waarom moet DNA naar een stuk mRNA gekopiëerd worden?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

1.1 De stappen van eiwitsynthese
?

?

?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

TRANSCRIPTIE
TRANSLATIE

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat zijn de voornaamste verschillen tussen prokaryoten en eukaryoten?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

verschillen afh. van 
celtype en moment
in alle lichaamscellen gelijk

Slide 20 - Slide

Wat is een gen?

Slide 21 - Open question


= sequentie van DNA-nucleotiden die codeert voor één of meerdere eiwitten
(of voor een type RNA)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Coderend DNA

- DNA sequentie voor het aanmaak van eiwitten
Niet-coderend DNA

-types RNA
- DNA dat niet via transcriptie wordt omgezet naar een eiwit (bvb:
promotor)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

herhaling

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

1.3 De genetische code
4 soorten nucleotiden want 4 basen (A,C,G,U) 


1 RNA-codon 
codeert 
voor 1 AZ

Slide 29 - Slide

1.3 De genetische code
mogelijkheid tot 20 verschillende AZ
61 AZcodons?


Slide 30 - Slide

1.3 De genetische code
1 RNA-codon codeert voor 1 AZ
maar 
1 AZ kan als code 
verschillende 
RNA-codons hebben

GEDEGENERERDE CODE         

Slide 31 - Slide

1.3 De genetische code
GEDEGENERERDE CODE         

VOORDEEL?

Slide 32 - Slide

1.3 De genetische code
1 startcodon: AUG
3 stopcodons: UAA/UAG/UGA




 Opnieuw AUG RNA-codon      AZ methionine

Slide 33 - Slide

Van DNA naar aminozuren
2 stappen:
  • Transcriptie -> in de kern
  • Translatie -> in het cytoplasma/cytosol

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

2.1 Transcriptie van DNA naar pre-mRNA

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video