This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lezen h 1.3
leestoets bespreken
theorie paragraaf 1.3
opdrachten maken-> huiswerk
timer
0:10
Slide 1 - Slide
ANTWOORDEN
1. B/C
2.concluderend, dus, hieruit volgt, de slotsom is..
vraag 1 en 2 = theorie leren!!
3. informeren
4. want, namelijk
5. ijzersterk en slijtvast
6.weefsel (al.1 )
Slide 2 - Slide
Vraag 10
A
zie antwoord
B
zie antwoord
C
zie antwoord
Slide 3 - Quiz
ANTWOORDEN
11. Omdat vitamine B12 alleen zit in vlees of vis / dierlijke bronnen.
12. Er wordt bedoeld dat je geen honger hebt (r. 16)
13. Als je maaltijden vooral bestaan uit eiwitten zoals eieren en plantaardige eiwitbronnen, gecombineerd met goede vetten zoals een handje noten en/of een avocado.
Slide 4 - Slide
synoniem stimuleren
Slide 5 - Mind map
poster afmaken
Slide 6 - Slide
A
amuserende tekst
B
activerende tekst
C
informerende tekst
D
overtuigende tekst
Slide 7 - Quiz
A
amuserende tekst
B
activerende tekst
C
informerende tekst
D
overtuigende tekst
Slide 8 - Quiz
A
amuserende tekst
B
activerende tekst
C
informerende tekst
D
overtuigende tekst
Slide 9 - Quiz
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 10 - Quiz
verkennend lezen
studerend lezen
zoekend lezen
nauwkeurig lezen
Je hebt een vraag en kijkt naar het antwoord op die vraag
Lees de titel en de eerste en de laatste alinea.
Lees tussenkopjes en vetgedrukte woorden.
Let op de informatie in de inleiding en het slot.
Vraag je af wat het belangrijkst is wat over het onderwerp wordt gezegd.
Controleer of je de tekst kent: laat je overhoren of probeer de inhoud na te vertellen.
Slide 11 - Drag question
De kernzin is de belangrijkste zin van de alinea
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Tekstverband: samenvattend
A
want
B
echter
C
al met al
D
zoals
Slide 13 - Quiz
Signaalwoord ’bijvoorbeeld’ verwijst naar het tekstverband:
A
Samenvattend tekstverband
B
uitleggend tekstverband
C
Tegenstellend tekstverband
D
Opsommend
tekstverband
Slide 14 - Quiz
Tekstverband? Hij is om te beginnen de aardigste jongen van de klas.
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
tijdsvolgorde
Slide 15 - Quiz
opsommend signaalwoord
tegenstellend signaalwoord
tijdsvolgorde
vergelijkend tekstverband
daarnaast
bovendien
eerst
daarentegen
echter
toch
toen
zoals
net als
Slide 16 - Drag question
titel -->
hoofdgedachte vaak in de inleiding -->
<-- hoofdgedachte of in het slot
onderwerp=
een of een paar woorden (geen zin!)
hoofdgedachte =
het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd, in 1 zin.
Slide 17 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 18 - Quiz
Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten
Slide 19 - Quiz
En dan nu:
Lees de theorie in paragraaf 1.3.
Maak opdrachten 10-11-12 uit Talent 1.3 in je schrift.