monoloog

monoloog
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

monoloog

Slide 1 - Slide

Monoloog: hoe overtuig je de ander?

- standpunt

- argument + uitleg + voorbeeld (AUB)

- tegenargument + weerlegging


Slide 2 - Slide

Argumenten: AUB
Ik vind dat ik een nieuwe IPhone nodig heb (standpunt)

Argumenten?

Uitleg? (Bij)voorbeeld?

Slide 3 - Slide

Opbouw monoloog
inleiding: eindig met je standpunt. Werk toe naar je standpunt.
   Begin je standpunt met 'Daarom moet....'   Stel geen vragen! 
- Argument 1, 2, 3, 4 --> Uitleg (bijv. onderzoek) -->voorbeeld noemen (B)
tegenargument (is van je TEGENSTANDER en KORT GEFORMULEERD) +
   weerlegging (maak er gehakt van!)
- slot: IS HET BELANGRIJKSTE! herhaal je standpunt. Herhaal je twee
            argumenten. Uitsmijter. Dit is de laatste kans om je lezer te
            overtuigen van jouw standpunt!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Stap 1: stelling formuleren
Formuleer een stelling die voldoet aan de zeven criteria.
Dit vul je in op Classroom

Slide 8 - Slide

Stap 2: bronnenonderzoek
-Zoek minimaal 4 artikelen (drietallen minimaal 6 artikelen) over het nieuws. -Maak gebruik  van verschillende BETROUWBARE bronnen, zoals kranten, (informatieve) websites (over het nieuws). 
-In je monoloog moet je in elk geval argumenten voor je stelling verwerken, evenals een tegenargument en een weerlegging.
-Kopieer en plak je bron in Classroom. Boven elke bron noteer je de naam van degene die de bron uitwerkt: markeer op hoofdzaken en bruikbare informatie voor argumenten.
Voorbeelden van bronnen: www.nos.nl, www.nu.nl, www.nemokennislink.nl, www.quest.nl, www.ad.nl, www.nrc.nl

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide