AVO Nederlands 17/09

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

AVO Nederlands 17/09

Welkom!

Doel

Aan het einde van de les weet je:

• Wat een persoonsvorm is
• Wat een bijvoeglijk naamwoord is
• Wat een tekstdoel is
• Welke drie belangrijke tekstdoelen er zijn

In elke zin zitten werkwoorden

Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm

Persoonsvorm

• Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
• Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of andersom, verandert de persoonsvorm.

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:

"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."

1. De persoonsvorm
2. is
3. altijd
4. een werkwoord

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:
"Wat is de persoonsvorm in deze zin?"

1. Wat
2. Deze
3. Persoonsvorm
4. is

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."

1. Marianne
2. weet
3. persoonsvorm
4. Is

Bijvoeglijk naamwoord

Zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Mooi, dure, papieren, grote

bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord

het

kleine

rode

autootje

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord

 Bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig
naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

peren

aardige

auto

Roos

lokalen

klein

Tekstdoelen

• Waarom is een tekst geschreven? Wat is het DOEL van de tekst?
• Informeren
• Overtuigen
• Instructie/instrueren 

Welk teksdoel heeft de gebruiksaanwijzing van jouw laptop?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Instructie

Welk teksdoel heeft een nieuwsbericht in de krant?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Instructie

Welk tekstdoel heeft een reclametekst?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Instructie

Aan de slag

Pak je boek en kijk welke opdracht je kan doen