3.3 Verspreiding van het christendom in het rijk van Karel de Grote


Monniken en ridders



500 - 1000

hoofdstuk 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Monniken en ridders



500 - 1000

hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Check in
  • Uitleg: Verspreiding van het christendom in het rijk van Karel de Grote
  • Aan de slag!
  • Toets plannen 

Slide 2 - Slide

Leg uit wat het verschil is tussen het leenstelsel en het hofstelsel

Slide 3 - Open question

Een boer betaalt pacht voor het gebruik van de molen.
A
Leenstelsel
B
Hofstelsel

Slide 4 - Quiz

Een ridder sterft. Zijn zoon erft het land.
A
Leenstelsel
B
Hofstelsel

Slide 5 - Quiz

Huiswerk nakijken
  1. Ga naar 3.2. Klik onderaan op 'opslaan en inleveren'
  2. Kijk je eigen antwoorden na. 
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Check in
  • Uitleg: Verspreiding van het christendom in het rijk van Karel de Grote
  • Aan de slag! 
  • Toets plannen

Slide 7 - Slide

Christendom
  • Christendom = geloof in Jezus
  • In het Romeinse Rijk werd het Christendom staatsgodsdienst
  • Veel mensen werden christelijk 

Slide 8 - Slide

Verspreiding
  • missionarissen proberen mensen te bekeren tot het Christendom 
  • Zij zijn geestelijken die werken in opdracht van de Paus = baas van de kerk

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Karel de Grote
  • Karel wilde dat iedereen christen werd
  • 1) dat zorgde voor eenheid in zijn rijk
  • 2) dat gaf hem meer macht, want hij was aangewezen door de paus 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Aan de slag!
  • Lees 3.3.1 Verspreiding van het Christendom in het rijk van Karel de Grote
  • MAVO Maak bij 3.3.1 opgave 1, 2a, 3, 4a, 5
  • HAVO Maak bij 6.1 de ondersteuningsvragen 
  • Klaar? Werk aan je samenvatting van 3.3.1
timer
1:00

Slide 13 - Slide

A-toets
  • Wanneer: donderdag 7 april
  • Wat? hoofdstuk 3 paragraaf 2 en 3
  • Hoe? Leer de begrippen en je aantekeningen, oefen de opgaven
  • De toets telt een keer mee. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide