What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 1 kosten eigen vermogen.
Hoofdstuk 1
1.1 Kostensoorten
1.2 kosten eigen vermogen
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
financieel 1
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 1
1.1 Kostensoorten
1.2 kosten eigen vermogen
Slide 1 - Slide
Programma
Wat weet ik er al van?
Wat ga ik vandaag leren?
Uitleg
Maken opgaven.
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Hoe wordt de resultatenrekening ook wel genoemd?
A
Saldibalans
B
Winst- en verliesrekening
C
Winstrekening
D
Balans
Slide 3 - Quiz
Wat is een balans ?
A
Het Franse woord weegschaal
B
Een overzicht van bezittingen en schulden.
C
Een overzicht van inkomsten en uitgaven.
D
Je niet zwart of wit voelen, maar grijs.
Slide 4 - Quiz
Als ik wil weten hoeveel voorraad ik nog heb, dan kijk ik op de?
A
Balans
B
Resultatenrekening
Slide 5 - Quiz
Deze balans is juist
A
Waar
B
Onwaar
Slide 6 - Quiz
De afschrijvingskosten van de auto van een bedrijf, komen op de ....?
A
de balans
B
de resultatenrekening
C
zowel de balans als de resultatenrekening
D
niets
Slide 7 - Quiz
Kostensoorten
Naast de indeling van de kosten in exploitatiekosten en inkoopwaarde van de omzet kun je de kosten ook indelen in:
kostensoorten
constante en variabele kosten
directe en indirecte kosten.
Slide 8 - Slide
7 kostensoorten
grond
vermogen
diensten van derden
belastingen
goederen
menselijke arbeid
duurzame bedrijfsmiddelen.
Slide 9 - Slide
Kosten eigen vermogen
Gewaardeerde interest = gemiste interest
gemiddelde eigen vermogen x interestpercentage.
Slide 10 - Slide
Gemiddeld eigen vermogen =
ev begin jaar plus ev eind jaar optellen en delen door 2.
dus:
ev begin jaar + ev eind jaar
2
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
maken
Opdracht 2,3 en 4.
10 minuten, dan nakijken.
huiswerk 5 en 6
Slide 13 - Slide
Kosten vreemd vermogen
Rente die je betaald voor vreemd vermogen.
formule boek: - k= lening
- p= rentepercentage
- t = duur van de lening
Slide 14 - Slide
Andere methode:
rente voor 1 jaar:
bedrag lening
X rentepercentage
100
rente voor 2 maanden =
rente voor 1 jaar
X 2
12
rente voor 5 weken =
rente voor 1 jaar
X 5
52
Slide 15 - Slide
vb
Bereken de rentekosten over de eerste twee maanden als een ondernemer een bedrag leent van € 110.000 tegen een interest van 3%.
Rente 1 jaar =
€ 110.000
× 3 = 3300
100
per maand = 3300:12 = 275
2 maandem = 2 x 275 = 550
Slide 16 - Slide
Maken opgaven
opdrachten: 8, 9, 10, 11, 12, 13
Slide 17 - Slide
Petra zet € 4.000 gedurende 8 maanden tegen 2,5% interest per jaar op haar spaarrekening. Hoeveel interest ontvangt Petra na 8 maanden?
A
€ 66,67
B
€ 82,33
C
€ 63,67
D
€ 68,67
Slide 18 - Quiz
Einde les
Huiswerk
2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13
Slide 19 - Slide
More lessons like this
3.3 Geld lenen kost geld!
September 2018
- Lesson with
30 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 4 Economie hst 2. les 4 nieuw goed
October 2018
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.3 Geld lenen kost geld
October 2018
- Lesson with
31 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.3 Lenen is betalen!
August 2018
- Lesson with
34 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.3 Lenen is betalen!
August 2018
- Lesson with
35 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Hoofdstuk 1 kosten van het totale vermogen
March 2022
- Lesson with
13 slides
financieel 1
MBO
Studiejaar 1
Oefentoets financieel 2 - kostensoorten
March 2023
- Lesson with
16 slides
Financieel
MBO
Studiejaar 1
leerjaar 4 Economie hst 2. les 2
September 2022
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4