Nederlands & leenwoorden

leenwoorden
Nederlands
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

leenwoorden
Nederlands

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat leenwoorden zijn.
  • Ik herken leenwoorden in het Nederlands.
  • Ik kan de herkomst van bepaalde leenwoorden benoemen.

Slide 2 - Slide

Wat zijn leenwoorden?
  • Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. We noemen dit leenwoorden

Bijvoorbeeld:
  • Engels: plastic, computer, daten, team
  • Frans: cadeau, bagage, ambulance
  • Duits: sowieso, schnitzel 


Slide 3 - Slide

Welke leenwoorden ken je nog meer?

Slide 4 - Open question

Uit welke taal komt het volgende leenwoord denk je: 'flat'.
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Latijn

Slide 5 - Quiz

Uit welke taal komt het volgende leenwoord denk je: 'chauffeur'
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Latijn

Slide 6 - Quiz

Uit welke taal komt het volgende leenwoord denk je: 'aquarium'
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Latijn

Slide 7 - Quiz

Uit welke taal komt het volgende leenwoord denk je: 'alcohol'
A
Engels
B
Duits
C
Arabisch
D
Latijn

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Gebruik jij vaak leenwoorden?
JA
NEE

Slide 10 - Poll

Oefening 1
1  lunch, siësta
2 actrice, thriller
3 camping, croissant
4 jeans, sweater
5 talkshow, föhn

Slide 11 - Slide

Oefening 2

1 Italiaans
2 Japans
3 Duits
4 Zweeds
5 Spaans


6 Frans
7 Arabisch
8 Chinees
9 Engels
10 Joods


Slide 12 - Slide

Oefening 3
1 de doelman
2 de leidinggevende
3 de begeleider
4 de ontwerper
5 de verslaggever
6 de oppas


Slide 13 - Slide

Ik weet wat leenwoorden zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Ik kan vier voorbeelden noemen van leenwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik kan een leenwoord herkennen in een zin.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Einde van de LessonUp

Slide 17 - Slide