This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Agenda les
terugkoppeling leerdoelen par 7.3
rekenen met indexcijfers
leerdoelen par 7.4
uitleg par 7.4
zelf aan de slag
Slide 1 - Slide
Leerdoelen par 7.3
Je kent de 3 verschillende oudedagsvoorzieningen en weet hoe die gefinancierd zijn.
Je kunt in eigen woorden het verschil tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel uitleggen.
Je kunt in eigen woorden omschrijven wat de vergrijzing voor invloed heeft op de 3 oudedagsvoorzieningen.
Slide 2 - Slide
Van de consumentenprijzen is gegeven dat: CPI2008 = 145 CPI2000 = 120 Met hoeveel procent is het algemene prijspeil in deze periode veranderd? Gebruik rekenmachine en e.v.t. kladblad.
A
17,2%
B
20,8%
C
25%
D
45%
Slide 3 - Quiz
Iemand verdient in 2005 € 20.000,-. In 2010 neemt dit inkomen toe tot € 24.320. Verder is gegeven, dat de prijzen in deze periode met 0,5% daalden. Met hoeveel procent is het reëel besteedbaar inkomen van deze persoon veranderd? Gebruik rekenmachine en e.v.t kladblad
A
18,3%
B
21,1%
C
21,6%
D
22,1%
Slide 4 - Quiz
Wat is het gewogen gemiddelde van leerling hiernaast?
A
4,3
B
6,2
C
6,5
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Open question
Leerdoelen par 7.4
Je kunt in eigen woorden het begrip structurele uitgaven omschrijven, uitleggen waarom dit ruilen in de tijd is en voorbeelden geven
Je weet hoe de overheid zijn uitgaven financiert en kunt de begrippen begrotingstekort, staatsschuld, EMU-tekort en EMU schuld en de relatie hiertussen in eigen woorden omschrijven.
Je kunt maatregelen noemen die de overheid kan nemen om de toekomstige uitgaven beheersbaar te houden.
Slide 7 - Slide
Structurele uitgaven
zijn de investeringen (kopen van kapitaalgoederen).
Structuur economie:
De hoeveelheid (=kwantiteit) productiefactoren en de kwaliteit van de productiefactoren.
Slide 8 - Slide
Begrippen
Begrotingstekort:
de verwachte uitgaven > verwachte inkomsten.
Staatsschuld:
De totale schuld die het Rijk in de loop van de jaren nog moet terug betalen.
Slide 9 - Slide
EMU
EMU:
Europese Monetaire Unie.
Samenwerking van landen die Euro gebruiken.
EMU-schuld: totale schuld van de collectieve sector vd EMU landen.
EMU-tekort: Het begrotingstekort van de collectieve sector. vd EMU landen.
Slide 10 - Slide
Zelf aan de slag
Lees paragraaf 7.4
Maak opgave 2 t/m 9 (vwo) en opgave 2 t/m 10 (havo)
Kijk de opgaven van par 7.1 t/m 7.4 na met andere kleur pen (antwoorden staan in cumlaude)
Klaar verder met opgaven par 9.6
leer voor de volgende les de begrippen en samenvatting van par 7.1 t.m. 7.4 (blz 208/209 havoboek en 211/212 vwoboek)