Eén partij tegen, één partij voor.
Uitgangspunt: We zijn het erover eens dat we het oneens mogen zijn
In dit debat gelden extra regels:
Ga staan als je het woord wilt hebben. Je praat pas als je het woord krijgt van de docent. Noem je naam als je voor het eerst aan het woord bent in het debat. Bijvoorbeeld: Mijn naam is Mo en ik ben tegen de stelling omdat, …..