- vooraan de notenbalk staat de
viool- of
G-sleutel. Deze geeft de plek van de
noot G aan.
- Notennamen: C - D - E - F - G - A - B - C etc. etc
- Het maakt niet uit of een stok omhoog of omlaag wijst. De plek van het bolletje geeft altijd aan hoe hoog of laag een noot wordt gespeeld.