What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Past Simple vs Present Perfect
Past Simple vs Present Perfect
Grammar
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Past Simple vs Present Perfect
Grammar
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik snap het verschil tussen de past simple en present perfect.
Ik kan uit een zin halen wanneer ik de past simple of present perfect moet gebruiken.
Ik kan de past simple en present perfect op de juiste manier in een zin toepassen.
Slide 2 - Slide
Let op!
Vul bij de volgende vragen
geen
verkorte vormen in
dus geen didn't, maar did not
Slide 3 - Slide
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
I ___ (never - see) that movie.
Slide 4 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
Dan ___ (not - arrive) a week ago.
Slide 5 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
We ___ (know) each other since primary school.
Slide 6 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
Shakespeare ___ (write) many plays.
Slide 7 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
He ___ (dream) about going to the USA before he died.
Slide 8 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
Can you smell that? I bet Mum ___ (bake) a cake for us!
Slide 9 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
This tree ___ (to be) planted by the founders when they arrived in 1639.
Slide 10 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
I ___ (just - be) to the shop. I am not going back to get you beer!
Slide 11 - Open question
Snap je dit onderdeel?
Ga verder met je weektaak (zie de werkwijzer op It's Learning)
Slide 12 - Slide
Wat weten jullie nog van de past simple?
Slide 13 - Mind map
Wat weten jullie nog van de present perfect?
Slide 14 - Mind map
2 verschillende tijden
Maar:
Kunnen beiden in het verleden afspelen
Lijken enigszins op elkaar
Slide 15 - Slide
Wat gaan we bekijken?
Het verschil tussen
past simple
en
present perfect
Hoe je kunt herkennen wanneer je welke moet gebruiken
Slide 16 - Slide
Past Simple vs Present Perfect
Schrijf over, bestudeer en bedenk regels voor onderstaande voorbeelden:
Past Simple:
I watched that movie yesterday.
He lived in England in 2015.
Shakespeare wrote a lot of plays.
I finished eating hours ago!
Present Perfect:
I have already watched that movie.
She has lived there since 2016.
Dan Brown has written many books.
I have just finished eating.
Tip
Probeer de linker rij met de rechterrij te vergelijken en de verschillen te zoeken. Kun je deze omschrijven?
Slide 17 - Slide
Zet de juiste regels bij de juiste werkwoordsvorm:
Past Simple
Present Perfect
Denk aan de voorbeeldzinnen van de vorige slide.
je weet precies wanneer het was
je weet niet precies wanneer het was
het is afgesloten
het is nog bezig
de persoon in kwestie leeft nog
de persoon in kwestie is overleden
Slide 18 - Drag question
Past Simple vs Present Perfect
De verschillen:
Past Simple:
Het is in het verleden begonnen en afgesloten.
De mensen / groeperingen over wie je praat zijn overleden. (kunnen niets meer doen)
Het is al een tijdje terug.
Present Perfect:
Het is in het verleden begonnen en nu nog bezig / belangrijk.
De mensen / groeperingen over wie je praat leven nog. (kunnen er nog wat aan doen)
Het is recentelijk gebeurd.
Slide 19 - Slide
Past Simple vs Present Perfect
Context voorbeelden
Present Perfect:
I have been to London.
He has watched that movie.
He has lived there for two years. (nu nog)
Dan Brown has written many books. (leeft)
I have just finished eating. (recent)
Past Simple:
I went to London in 2010.
He watched that movie yesterday.
He lived there for two years. (niet meer)
Plato wrote many books. (dood)
I finished eating hours ago. (al lang klaar)
Slide 20 - Slide
Ik snap het verschil tussen de past simple en present perfect.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.
Slide 21 - Poll
Past Simple vs Present Perfect
Signaalwoorden
Past Simple:
in
2010,
in
1999,
in
800 AD
when
I was younger
(the day before)
yesterday
last
week / month / year / century / etc.
an hour / a week / a month
ago
Present Perfect:
since
how long
already
always (in de zin van altijd al willen doen)
for
ever
never (in de zin van nog nooit gedaan)
just
recently
once
yet
Slide 22 - Slide
Welke tijd moet je hier gebruiken?
I ___ (wait) all day yesterday, but nobody came.
A
past simple
B
present perfect
Slide 23 - Quiz
Welke tijd moet je hier gebruiken?
My brother ___ (not - play) the violin last night.
A
past simple
B
present perfect
Slide 24 - Quiz
Welke tijd moet je hier gebruiken?
___ you ___ (have) a holiday this year?
A
past simple
B
present perfect
Slide 25 - Quiz
Welke tijd moet je hier gebruiken?
The old man ___ (die) in his sleep last night.
A
past simple
B
present perfect
Slide 26 - Quiz
Welke tijd moet je hier gebruiken?
My aunt and uncle ___ (not - kiss) each other since last week.
A
past simple
B
present perfect
Slide 27 - Quiz
Ik kan uit een zin halen wanneer ik de past simple of present perfect moet gebruiken.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.
Slide 28 - Poll
Past Simple:
Bekijk de voorbeelden en probeer regels te verzinnen:
Hoe zet je het werkwoord in de juiste vorm?
Kijk naar de werkwoorden. Wat valt op? Wat komt vaker terug?
Bevestigende zin:
She worked there in 2010.
They danced all night.
We talked a lot as kids.
Donald taught at that school.
We saw them yesterday.
She gave him a kiss.
Ontkennende zin:
She didn't work there in 2010.
They didn't dance all night.
We didn't talk a lot as kids.
Donald didn't teach at that school?
We didn't see them yesterday.
She didn't give him a kiss.
Vragen:
Did she work there in 2010?
Did they dance all night?
Did you talk a lot as kids?
Did Donald teach at that school?
Did you see them yesterday?
Did she give him a kiss?
Slide 29 - Slide
De juiste vormen (past simple)
Bevestiging
onderwerp +
hele werkwoord + (e)d
/
onregelmatig werkwoord (2e rijtje)
Ontkenning
onderwerp +
did
not (didn't)
+
hele werkwoord
Vragen
did
+ onderwerp +
hele werkwoord
Slide 30 - Slide
1 gemene uitzondering (to be)
Bevestiging
onderwerp +
was / were
Ontkenning
onderwerp +
was not / were not
Vragen
was / were
+ onderwerp
Slide 31 - Slide
Present Perfect:
Bekijk de voorbeelden en probeer regels te verzinnen:
Hoe zet je het werkwoord in de juiste vorm?
Kijk naar de werkwoorden. Wat valt op? Wat komt vaker terug?
Bevestigende zin
I have talked to him.
We have danced here before.
She has already talked to him.
Jim has taught at JFC.
We have seen them.
She has given him a kiss.
Ontkennende zin
I have not talked to him.
We haven't danced here before.
She has not talked to him yet.
Jim has not taught at JFC.
We haven't seen them.
She has not given him a kiss.
Vragen:
Have you talked to him?
Have we danced here before?
Has she talked to him yet?
Has Jim ever taught at JFC?
Slide 32 - Slide
De juiste vormen (present perfect)
Bevestiging
onderwerp +
have / has
+
hele werkwoord + (e)d
/
onregelmatig werkwoord (3e rijtje)
Ontkenning
onderwerp +
have / has not (haven't / hasn't)
+
hele werkwoord + (e)d
/
onregelmatig werkwoord (3e rijtje)
Vragen
have / has
+ onderwerp +
hele werkwoord + (e)d
/
onregelmatig werkwoord (3e rijtje)
Slide 33 - Slide
Let op de spelling bij regelmatige werkwoorden!
study > stud
ied
party > part
ied
copy > cop
ied
empty > empt
ied
Slide 34 - Slide
2e rijtje
3e rijtje
Slide 35 - Slide
Pas op
bij onregelmatige werkwoorden!
Soms zijn de vormen (2e & 3e rijtje hetzelfde, maar niet altijd!)
Present Perfect (3e rijtje):
We have
watched
that movie.
They have
danced
all night.
Hank
has
seen
her.
William has
beaten
me.
Past Simple (2e rijtje):
I
watched
that movie yesterday.
We
danced
all night last week.
Hank
saw
her last night.
William
beat
me in last week's match.
Slide 36 - Slide
Let op!
Vul bij de volgende vragen
geen
verkorte vormen in
dus geen didn't, maar did not
Slide 37 - Slide
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
I ___ (wait) all day yesterday, but nobody came.
Slide 38 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
My brother ___ (not - play) the violin last night.
Slide 39 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
He ___ (go) to the supermarket, but isn't back yet.
Slide 40 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
It's much warmer than this morning. The temperature ___ (increase) a lot.
Slide 41 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
___ (you - have) a holiday this year?
Slide 42 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
___ (Nicole - start) her new job at that firm yet?
Slide 43 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
My father ___ (not - be) very good at English when he was younger.
Slide 44 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
He ___ (work) there in 2019.
Slide 45 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
My aunt and uncle ___ (not - kiss) each other since last week.
Slide 46 - Open question
Zet het werkwoord in de juiste vorm:
The old man ___ (die) in his sleep last night.
Slide 47 - Open question
Ik kan de past simple en present perfect op de juiste manier in een zin toepassen.
Ja
Nog niet helemaal, maar heb geen hulp nodig.
Nog niet helemaal en wil graag hulp.
Ik snap er helemaal niets van.
Slide 48 - Poll
More lessons like this
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Perfect
June 2022
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
August 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Step 14 : Perfect questions
January 2022
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
June 2022
- Lesson with
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 14 - Theme 6: Grammar - past simple and present perfect
April 2021
- Lesson with
50 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
June 2022
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Step 14 : Perfect questions
March 2022
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3