1. ...sé hablar de mis gustos kan ik praten over wat ik leuk/lekker vind
2. ...sé conjugar el verbo 'gustar'kan ik het werkwoord 'gustar' vervoegen
3. ...domino aún mejor los verbos regulares beheers ik de regelmatige werkwoorden nog beter
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...
1. ...sé hablar de mis gustos kan ik praten over wat ik leuk/lekker vind
2. ...sé conjugar el verbo 'gustar'kan ik het werkwoord 'gustar' vervoegen
3. ...domino aún mejor los verbos regulares beheers ik de regelmatige werkwoorden nog beter
Slide 1 - Slide
Román (beber) soda en su habitación.
Slide 2 - Open question
Santi y Lucía (escuchar) música hip-hop.
Slide 3 - Open question
Lucía y yo (vivir) en Lima, la capital de Perú.
Slide 4 - Open question
Y tú, ¿dónde (vivir)?
Slide 5 - Open question
El verbo gustar
Bekijk LT p 35. Deze lección heet '¡Me gusta!'.
Wat zou dat betekenen?
Slide 6 - Slide
Gustar Leuk vinden/houden van
(A mí)
me
el chocolate
escuchar música
(A ti)
te
gusta
el cómic
el español
(A él, ella)
le
escribir poemas
(A Román, Bea)
jugar al fútbol
Slide 7 - Slide
Gustar Leuk vinden/houden van
(A mí)
me
gusta
el chocolate
(A ti)
te
gusta
escuchar música
(A él, ella)
le
gusta
el cómic
(A mí)
me
gustan
los cómics
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
¡A practicar! Even oefenen!
Probeer LE p 28 ej 5 maar eens te maken.
Slide 10 - Slide
¿Te gusta o no te gusta?
Bekijk LT p 35. Werk in tweetallen en voer opdracht 4 uit. Welke vraag moet je stellen? En hoe moet je antwoorden?
Slide 11 - Slide
Deberes Huiswerk
- hacer y corregir: LE p 30-31 ejs 8,9,10
- estudiar: LT p 40 A y B
- estudiar: woordenlijst blokje "(No) me gusta – Ik hou (niet) van"
hacer = maken, corregir = nakijken, estudiar = leren
Slide 12 - Slide
Metas Doelen
Después de esta clase... Na deze les...
1. ...sé hablar de mis gustos kan ik praten over wat ik leuk/lekker vind
2. ...sé usar el verbo 'gustar'kan ik het werkwoord 'gustar' gebruiken
Slide 13 - Slide
Repaso Herhaling
Wat betekent 'gustar'?
Hoe gebruik je 'gustar'?
Slide 14 - Slide
Pon en la orden correcta
Zet in de juiste volgorde:
¿paella / no / gusta / te / la?
Slide 15 - Slide
Pon en la orden correcta
Zet in de juiste volgorde:
Elena / a / gusta / le / la / no / película (=film)
Slide 16 - Slide
Pon en la orden correcta
Zet in de juiste volgorde:
el / gusta / me / fútbol / mí / a
Slide 17 - Slide
Gustar Leuk vinden/houden van
(A mí)
me
gusta
el chocolate
(A ti)
te
gusta
escuchar música
(A él, ella)
le
gusta
el cómic
(A mí)
me
gustan
los cómics
Slide 18 - Slide
Los gustos
1. Schrijf zes dingen op waar jij van houdt. Maak daar zes zinnen mee. Gebruik 3x gusta en 3x gustan.
Slide 19 - Slide
Los gustos
1. Schrijf zes dingen op waar jij van houdt. Maak daar zes zinnen mee. Gebruik 3x gusta en 3x gustan.
2. Ga naast iemand anders zitten. Laat de zinnen niet aan elkaar zien! Probeer erachter te komen of jullie van dezelfde dingen houden. In het Spaans! Schrijf de uitkomst (vergelijking) op.
Slide 20 - Slide
Los gustos
1. Schrijf zes dingen op waar jij van houdt. Maak daar zes zinnen mee. Gebruik 3x gusta en 3x gustan.
2. Ga naast iemand anders zitten. Laat de zinnen niet aan elkaar zien! Probeer erachter te komen of jullie van dezelfde dingen houden. In het Spaans! Schrijf de uitkomst (vergelijking) op.
3. Eén persoon van het tweetal vertelt de uitkomst aan de klas.
Slide 21 - Slide
Deberes Huiswerk
- hacer y corregir: LE p 30-31 ejs 8,9,10
- estudiar: LT p 40 A y B
- estudiar: woordenlijst blokje "(No) me gusta – Ik hou (niet) van"
hacer = maken, corregir = nakijken, estudiar = leren