This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programm:
Grammatik
werkwoorden in verleden tijd
aub aanmelden bij lessonup
Herzlichen Wilkommen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
1. Je kent de modale werkwoorden
2. Je weet hoe je deze werkwoorden in de verleden tijd moet vervoegen.
Slide 2 - Slide
taaltaken
cijfers worden vandaag ingevoerd bij repetitie k2
Slide 3 - Slide
Huiswerk
Sehen-Wortschatz-hören
Slide 4 - Slide
vandaag uitleg + oefenen grammatica
Probeer goed mee te doen. Oefenen van grammatica doe je door de opdrachten na de uitleg te maken. Doe je best!
Dit geldt natuurlijk voor iedereen die straks bij de repetitie van K3 een goed cijfer wil scoren en in ieder geval voor iedereen die Duits heeft gekozen.
Slide 5 - Slide
De e/st/t/en/t/en regel gebruik je bij de vervoeging van:
A
zwakke werkwoorden/
regelmatige werkwoorden
B
sterke werkwoorden/
onregelmatige werkwoorden
Slide 6 - Quiz
HOE VERVOEG JE ZWAKKE/ REGELMATIGE WERKWOORDEN? IK NEEM ...........VAN HET WERKWOORD EN DAARNA VUL IK DE VASTE UITGANG IN.
Slide 7 - Open question
Zwakke/regelmatige werkwoorden
Dit zijn de mooiste werkwoorden om te vervoegen want ze hebben altijd een vaste uitgang. Voorbeelden van zwakke werkwoorden zijn: wohnen- spielen
De vaste uitgangen zijn:
E ST T EN T EN
ICH WOHN E - DU WOHN -ST -ER WOHN T- WIR WOHN EN- IHR WOHN T-
SIE WOHN EN
Slide 8 - Slide
STERKE /ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Dit zijn de lastigste werkwoorden om te vervoegen omdat er geen vaste vervoeging is zoals bij zwakke/regelmatige werkwoorden. Je moet de vervoegingen dus echt goed uit je hoofd leren en attent zijn op klinkers die veranderen of de Umlaut die ineens op de ä of ü of ö komt.
Slide 9 - Slide
voorbeelden van deze bijzondere werkwoorden zijn:
dürfen
können
müssen
wollen
wissen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Kijk of je nog weet hoe de vervoeging gaat van deze bijzondere werkwoorden.
dürfen = mogen vervoeg nu ich:
A
dürfe
B
darf
Slide 12 - Quiz
vervoeg nu müssen
du .........
A
müssst
B
musst
Slide 13 - Quiz
vervoeg nu können
er .......
A
kann
B
könne
Slide 14 - Quiz
Prima, je hebt tot dusver met oude, al eerder behandelde grammatica geoefend.
We gaan nu starten met de nieuwe grammatica dus probeer scherp te blijven.
Slide 15 - Slide
klik op de link in de chat en bekijk het filmpje
De verleden tijd van de modale werkwoorden:
können -müssen -dürfen- wollen en wissen. Dit zijn werkwoorden die vaak gebruikt worden en daarom belangrijk zijn om goed te kennen.
Slide 16 - Slide
1 wat valt je op bij de uitgangen vd verleden tijd?
2 wat valt je op bij de uitgangen van ich en er/sie/es/man??
Slide 17 - Slide
als je goed gekeken en geluisterd hebt dan weet je nu het volgende:
Net als bij het vervoegen van regelmatige/zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd (esttenten) is er bij het vervoegen van modale werkwoorden in de verleden tijd ook altijd een vaste uitgang.
de verleden tijd wordt altijd gevormd met -te en in sommige gevallen komt daar nog iets achter. zie overzicht werkwoorden
Slide 18 - Slide
16 tm 25
Ga naar je online methode - klik op K3 - Grammatik maak 16 tm 25