Les 44 en 45 Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil?

1. Hij wil jou slopen
2. Hij wil jouw slopen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil?

1. Wil je me kussen?
2. Wil je mijn kussen?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vul de juiste persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden in.

Als ik op reis ga, neem ik altijd ... identiteitskaart mee. De vorige keer was ik ... vergeten.

Slide 10 - Open question

Vul de juiste persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden in.

Je lijkt op je vader. ... is alleen groter dan ...

Slide 11 - Open question

Vul de juiste persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden in.

Ben ik aan de beurt of was u eerder dan ...?

Slide 12 - Open question

Wat betekent het om je land, je familie en je leven achter te moeten laten?
'je' is hier...
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Als vrijwilliger krijg je trainingen en begeleiding, zodat je vluchtelingen goed kunt helpen.
'je' is hier...
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Quiz

Is deze tas van...?
A
jou
B
jouw

Slide 15 - Quiz

Ken ik ... niet ergens van?
A
jou
B
jouw

Slide 16 - Quiz

Het is ook in ... belang dat je meewerkt.
A
jou
B
jouw

Slide 17 - Quiz

... verhaal slaat echt nergens op.
A
Jou
B
Jouw

Slide 18 - Quiz