De ultrafiltratie in lichaampjes van Malpighi --> vorming van voorurine
Terugresorptie heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle, verzamelbuis, tubulus
Slide 10 - Slide
Urine
Elke dag produceer je ±180 litervoorurine. Na terugresorptie blijft er maar 1% voorurine over: 1,5 - 2L urine.
Ong. 178L water, 1,5 kg keukenzout en 270 g glucose wordt teruggeresorbeerd.
Slide 11 - Slide
Nierslagader
Veel glucose
Veel zuurstof
Weinig koolstofdioxide
Veel ureum
Nierader
Weinig glucose
Weinig zuurstof
Veel koolstofdioxide
Weinig ureum
Slide 12 - Slide
Waterhuishouding & hormonen
ADH: Antidiuretisch hormoon -> Anti-plashormoon
Te hoge osmotische waarde bloed gemeten in hypothalamus -> ADH -> wand verzamelbuisje meer permeabel voor water -> water vanuit voorurine naar niermerg/bloed -> minder urineproductie -> osmotische waarde daalt
Alleen bij een te hoge osmotische waarde
Slide 13 - Slide
Overige uitscheidingsorganen
Nieren: uitscheiding van urine met water, ureum en zouten
Lever: uitscheiding van gal met kleurstoffen
Longen: uitscheiding van koolstofdioxide
Huid: uitscheiding van water en zouten
Slide 14 - Slide
Je drinkt erg weinig. Wat gebeurt de ADH concentratie? En de terugresorptie van water?
A
ADH neemt toe, terugresorptie toe
B
ADH neemt af,
terugresorptie toe
C
ADH neemt toe,
terugresorptie af
D
ADH neemt af,
terugresorptie af
Slide 15 - Quiz
De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren
Slide 16 - Quiz
In welk gedeelte van een nefron (niereenheid) wordt ervoor gezorgd dat een mens zo veel mogelijk water uit de voorurine terugresorbeerde, zodat hij slechts kleine hoeveelheden urine produceerde?
A
In de Lis van Henle
B
In het kapsel van Bowman
C
In het nierbuisje
D
In de glomerulus
Slide 17 - Quiz
De resorptie van glucose door het nierbuisje gebeurt via actief transport. Wat is waar?