Rechtsvormen

Rechtsvormen quiz
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Rechtsvormen quiz

Slide 1 - Slide

Welke rechtsvorm hoort hierbij:
Iedere vennoot is hoofdelijk aansprakelijk
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
D
Naamloze vennootschap

Slide 2 - Quiz

Welke rechtsvorm hoort hierbij:
De aandelen staan op naam
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
D
Naamloze vennootschap

Slide 3 - Quiz

Welke rechtsvorm hoort hierbij:
Één persoon heeft de leiding
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
D
Naamloze vennootschap

Slide 4 - Quiz

Welke rechtsvorm hoort hierbij:
De aandelen kunnen in het openbaar verhandeld worden
A
Eenmanszaak
B
Vennootschap onder firma
C
Besloten vennootschap
D
Naamloze vennootschap

Slide 5 - Quiz

Welke rechtsvorm hoort hierbij:
Elk jaar is er een algemene ledenvergadering
A
Naamloze vennootschap
B
Besloten vennootschap
C
Vereniging
D
Stichting

Slide 6 - Quiz

Welke rechtsvorm hoort hierbij:
Financiering van de activiteiten vooral door donaties
A
Naamloze vennootschap
B
Besloten vennootschap
C
Vereniging
D
Stichting

Slide 7 - Quiz

Wat betekent: 'hoofdelijk aansprakelijk'

Slide 8 - Open question

Wat betekent 'een onderneming met rechtspersoonlijkheid'

Slide 9 - Open question

Antwoord
Onderneming met rechtspersoonlijkheid =
De onderneming zelf heeft rechten en plichten en kan contracten afsluiten
(dus NIET de natuurlijk persoon, niet de eigenaren)

Slide 10 - Slide