VOORSTELLING | Les 2 Scène opbouw

SCÈNES MAKEN | LES 2
SCÈNE OPBOUW
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

SCÈNES MAKEN | LES 2
SCÈNE OPBOUW

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
  • Telefoon in je kluisje.

Stilte vosje? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Slide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan we doen?
  • Leren hoe een scène wordt opgebouwd.
  • Het begin en het midden van een scène duidelijk maken in spel.
  • Scène ideeën voor onze voorstelling van woensdag 26 juni uitproberen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe bouwt een scène zich op?
Opbouw: Begin - Midden - Einde.

  • Wat doe je in het begin van een scène?
  • Waar duidelijk maken: Wat is de locatie. Waar speelt de scène zich af (en wanneer?)
  • Wie duidelijk maken: Welke personages zien we? Wie zijn zij, wat is hun relatie, wat willen ze?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe bouwt een scène zich op?
Opbouw: Begin - Midden - Einde.
  • Wat doe je in het midden van een scène?
  • Wat duidelijk maken: Wat is de situatie? Wat zien we de personages doen of waar hebben zij het over?
  • Probleem laten ontstaan: Wie krijgt een conflict? Waarom hebben zij een probleem? 
  • Probleem erger maken: Doe dit in 2 stappen: Actie en Emotie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe bouwt een scène zich op?
Scène opbouw: Begin - Midden - Einde.

  • Probleem oplossen: Wat is de oplossing voor het probleem? 
  • Afronden:  Loopt het goed of slecht af?

  • Publiek moet weten wanneer de scène is afgelopen en zij kunnen klappen. Spelers kunnen bevriezen of aflopen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Schoolsprookje
Maak een sprookje over een situatie op school (brugklas)
Doe dit volgens het werkblad.

Welke personages zijn goed/slecht?
Wat willen zij?
Hoe loopt het af?
timer
3:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht: De Diashow

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht: 
De Diashow
  1. Spreek af: wie is verteller / speler?
  2. De verteller begint met het sprookje.
  3. Met die informatie maken de spelers een eerste tableau.
  4. De verteller zal a.d.h.v. het tableau het verhaal verder vertellen.
  5. Dit duurt 3 dia's:
    Begin - Midden - Einde.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht: Doelen raden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht: Doelen raden
  • Eerst de spelgegevens bespreken (3W's).
  • Speler A verlaat de ruimte.  
  • Speler B krijgt een opdracht om speler A iets te laten doen of te zeggen. Bijv: toegeven dat sinterklaas niet bestaat. Speler A komt terug.
  • De scène begint en speler B mag er alles aan doen om A toe te laten geven, zonder het er op een te directe manier erover te hebben.
  • Wacht niet af, maar blijf spelen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Spelopdracht: Doelen en strategieën
  • Speler A heeft iets dat speler B wilt.
  • Speler B gebruikt verschillende strategieën om te krijgen wat ie wilt:
    - Compromis (overeenstemming) sluiten.
    - Noodzaak van de ander veranderen.
    - Blackmailen, chanteren, manipuleren.
    - Echt menen wat je zegt, dan gelooft de ander het wel.
    - De ander zijn doel bagatelliseren (verzwakken).
  • Speler A geeft toe wanneer die echt is overgehaald door speler B.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Speloefening: 
Problemen scheppen en oplossen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan wij deze les doen?
Korte scènes improviseren.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Scène in 3 tableaus.
Maak een scène in 3 Tableaus: 1- Begin, 2- Midden, 3- Einde.

Begin:    - Waar speelt de scène zich af?
                  - Wie zitten in de scène?
Midden: - Wat is de situatie?
                  - Wat is het probleem? (wie hebben een conflict?)
                  - Hoe wordt het probleem erger gemaakt?
Einde:    - Wordt het probleem opgelost? Of niet?
                     Loopt het goed of slecht af?


timer
2:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het Sinterklaas Journaal
Er zijn 2 gevaarlijke pieten die het feest verpesten. Hoe loopt dit af?
Het journaal gaat op onderzoek uit:
- Waarom zijn de pieten het verkeerde pad op gegaan?
DInand, Levi, Nils, Ivo en Jordy
- Hoe komt het journaal erachter wie de gevaarlijke pieten zijn? (interview)
Roos, Lisanne, Liz, Eline en Chanel.
- Wat is de laatste streek van de pieten, voordat zij worden ontdekt?
Luuk, Mika, Jaron.
- Vergeeft Sinterklaas de pieten, of niet?
Malak, Renske, Laura




timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zoektocht naar de vrouw van Sinterklaas
- Waarom zoekt Sinterklaas een nieuwe partner?
(Gaat vreemd?): Sem, Gennaro, Gino, Jamal, Orhan, Roan, 
- Sinterklaas doet een oproep (Tinderklaas? Boer zoekt vrouw? First Dates?):
- Ontknoping, met wie eindigt Sinterklaas? (Bruiloft?): Esmay, Elize, Reany en Merel
- Eigen scène: Elize B, Danee, Mare en Eileen.
- Eigen scène: Kaylee, Amber,
- Eigen scène: Bas, Jason

Volgende week verder werken:
- Wie van de 3 (vrouwen die zich kandidaat stellen)

timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat vond jij als kind het leukste tijdens de sinterklaas dagen?
  • .

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waren er vragen die jij als kind had over het verhaal van sinterklaas?
  • .

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Heb jij bijzondere of gênante herinneringen/ervaringen over het sinterklaas feest?
  • .

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL

Afronding les 1      
Wat maakt een scène spannend?
  • Een probleem, en dus een conflict.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL

Afronding les 1      
Wat maakt een scène spannend?
  • Een probleem, en dus een conflict.
Ga staan bij goed, blijf zitten bij fout:
  • Een doel maakt het ontstaan van een probleem en/of conflict makkelijker.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions