Einde leidende vraag 1

Frans-Duitse Oorlog
A
1814-1815
B
1870-1871
C
1905
D
1914-1918
1 / 19
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Frans-Duitse Oorlog
A
1814-1815
B
1870-1871
C
1905
D
1914-1918

Slide 1 - Quiz

Wat was het doel van Bismarck's Alliantiepolitiek?
A
Het voorkomen van een tweefrontenoorlog
B
Het machtsevenwicht in Europa bewaren
C
Engeland als zeemacht terugdringen
D
Frankrijk klein houden

Slide 2 - Quiz

Wat was het doel van Bismarck's Alliantiepolitiek?
A
Het voorkomen van een tweefrontenoorlog
B
het machtsevenwicht in Europa bewaren
C
Engeland als zeemacht terugdringen
D
Frankrijk klein houden

Slide 3 - Quiz

Door de weltpolitiek krijgt Duitsland een vijand erbij. Wie is dat?
A
Engeland
B
Oostenrijk-Hongarije
C
Frankrijk
D
Nederland

Slide 4 - Quiz

Wat is de Weltpolitiek van Duitsland?
A
Buitenlandse politiek van Duitsland onder Keizer Wilhelm II gericht op uitbreiding van het Duitse Rijk
B
Buitenlandse politiek van Duitsland onder Van Bismarck gericht op het sluiten van verbonden met andere landen.
C
Buitenlandse politiek van veel Europese landen gericht op het veroveren van zoveel mogelijk koloniën.
D
Buitenlandse politiek van Nederland in de 19e eeuw gericht op het behouden van de koloniën.

Slide 5 - Quiz

Wilhelm I
Wilhelm II
Weltpolitiek
Alliantiepolitiek
Bismarck afgezet
Frans-Duitse oorlog
Loopgravenoorlog
Vlootwetten

Slide 6 - Drag question

Welke politieke stroming past bij de eenwording van Duitsland en Italië in de negentiende eeuw?
A
Liberalisme
B
socialisme
C
conservatisme
D
nationalisme

Slide 7 - Quiz

Bismarck streefde naar ….
A
kolonies
B
alliantie met Frankrijk
C
Duitse eenwording
D
wereldmacht

Slide 8 - Quiz

Tegen welk land voerde Duitsland GEEN oorlog in de aanloop naar eenwording?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Denemarken
C
Frankrijk
D
Rusland

Slide 9 - Quiz

Staatsinrichting tijdens het keizerrijk.
In de praktijk beruste de macht in het keizerrijk NIET bij:
A
De Rijksdag
B
Rijkskanselier Bismarck
C
De keizer
D
Het volk

Slide 10 - Quiz

De eerste wereldoorlog was van ... tot ...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 11 - Quiz

Dit is een foto van een wapenfabriek uit de Eerste Wereldoorlog.

Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Militarisme
B
Nationalisme
C
Modern imperialisme
D
Bewapeningswedloop

Slide 12 - Quiz

Welke gebeurtenis vond als eerste plaats?
A
Russische Revoluties
B
Einde Eerste Wereldoorlog

Slide 13 - Quiz

Wie vochten er aan het einde van de Eerste Wereldoorlog niet?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Amerika
D
Rusland

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen wij de twee bondgenootschappen?
A
Centralen en Geallieerden
B
Navo en Centralen
C
As-mogendheden en Geallieerden
D
As-mogendheden en Centralen

Slide 15 - Quiz

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog

Slide 16 - Drag question

Wat zijn de twee redenen dat de Amerikanen toch mee gaan doen in de Eerste Wereldoorlog?
A
Onbeperkte Duikbotenoorlog
B
Pearl Harbor
C
Het Zimmerman Telegram
D
Inval van België

Slide 17 - Quiz


Wie was er aan de macht voor de Russische Revolutie?
A
Lenin
B
Tsaar Nicolas II
C
Raspoetin
D
De Voorlopige Regering

Slide 18 - Quiz

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 19 - Quiz