What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
QUIZ DEEL 1-DEEL4
QUIZ DEEL 1-DEEL4
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
QUIZ DEEL 1-DEEL4
Slide 1 - Slide
1.1 Zin in lezen
Tot welk literair genre behoren volgende fragmenten?
Slide 2 - Slide
A
psychologische roman
B
sciencefiction
C
oorlogsroman
D
thriller
Slide 3 - Quiz
A
thriller
B
historische roman
C
psychologische roman
D
sciencefiction
Slide 4 - Quiz
A
psychologische roman
B
sciencefiction
C
thriller
D
oorlogsroman
Slide 5 - Quiz
A
thriller
B
sciencefiction
C
oorlogsroman
D
psychologische roman
Slide 6 - Quiz
A
thriller
B
oorlogsroman
C
psychologische roman
D
fantasy
Slide 7 - Quiz
1.4 TAALVARIATIE
Slide 8 - Slide
Koppel het vakjargon aan de juiste groep:
'De territoriale oorsprong van het inkomen is hierbij niet van belang; zowel inkomen dat binnen het grondgebied van de staat opkomt...
A
loodgieter
B
boekhouder
C
wijnboer
D
sportverslaggever
Slide 9 - Quiz
Koppel het vakjargon aan de juiste groep:
'Deze rozetten dekken de S-koppelingen af en dus ook het gat in de tegels rond de plaatsen waar...
A
wijnboer
B
sportverslaggever
C
boekhouder
D
loodgieter
Slide 10 - Quiz
Groepstaal of vaktaal?
bouwvakkerstaal
A
groepstaal
B
vaktaal
Slide 11 - Quiz
Wat is een voorbeeld van vaktaal?
A
Een dierenarts die over zijn familie praat
B
Een kind dat over speelgoed praat
C
Anesthesist die praat over anesthesieapparatuur
Slide 12 - Quiz
Wat is een voorbeeld van groepstaal?
A
Juridische terminologie gebruikt in de rechtbank
B
Medische termen gebruikt door artsen
C
Formele taal in een zakelijke vergadering
D
Straattaal onder jongeren in grote steden
Slide 13 - Quiz
Wat is het verschil tussen groepstaal en vaktaal?
A
Groepstaal is informeel en specifiek voor een bepaalde groep mensen, terwijl vaktaal specifiek is voor een bepaald vakgebied
B
Groepstaal is alleen voor jongeren en vaktaal alleen voor professionals
C
Groepstaal is mondeling en vaktaal is schriftelijk
D
Groepstaal is algemeen bekend en vaktaal is geheimzinnig
Slide 14 - Quiz
Wat is tussentaal?
A
Taal die in uitspraak, woordkeuze en zinsbouw afwijkt van de standaard, maar voor de meesten toch verstaanbaar is.
B
Taal die in het hele taalgebied als norm geldt.
C
Taal die noodzakelijk is onder mensen die hetzelfde beroep uitoefenen.
Slide 15 - Quiz
Wat is taaldiscriminatie?
A
Het verschillend behandelen van mensen omwille van vooroordelen op basis van taalgebruik.
B
Een overdreven beeld van een groep mensen dat berust op meerdere vooroordelen
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
Taalvariatie Traject 6
September 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalvariatie Zenit
November 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalvariatie Zenit
April 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling PR (taal)
November 2023
- Lesson with
26 slides
Public relations
Secundair onderwijs
Inkomensongelijkheid
January 2023
- Lesson with
44 slides
Economie
Secundair onderwijs
inkomensongelijkheid digitaal
October 2022
- Lesson with
46 slides
Economie
Secundair onderwijs
Inkomensongelijkheid ICTO
May 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Secundair onderwijs
Les13_Quiz_Product en productcategorie
October 2022
- Lesson with
14 slides