What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
16/12 schrijven 3A
Welkom!
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
nieuws van de dag: Jeugdjournaal
Slide 2 - Slide
Planning
herhalen voegwoorden
nieuwe schrijfopdracht om te oefenen/uitleg woordsoorten groepje leerlingen
na de kerstvakantie: schrijftoets
2e uur NT2: kerstquiz
Slide 3 - Slide
Schrijftoets na de kerstvakantie
Slide 4 - Slide
uitleg schrijfopdracht 3
Slide 5 - Slide
schrijfopdracht A2/B1
Omdat je bent verhuisd, heb je een elektrische fiets voor school nodig. Je ziet op Marktplaats een advertentie staan van een elektrische fiets.
Schrijf een
beleefde (meneer/mevrouw/u)
e-mail aan de verkoper. Stel 3 vragen over de elektrische fiets.
Gebruik in je e-mail verschillende voegwoorden: en, omdat, want, totdat, zodat enz.
Maak een opbouw in je e-mail: gebruik woorden als ten eerste, ook, tot slot, daarna enz.
Schrijf de werkwoorden goed -> zoek de goede vorm op
Slide 6 - Slide
voegwoorden
Schrijven -> B1: gebruik je ook de volgende voegwoorden: hoewel, tenzij, terwijl, nadat, totdat, zodat, aangezien.
Hierna volgt een dia met voorbeeldzinnen.
Slide 7 - Slide
voegwoorden -> B1
Hoewel
ik een fiets heb, heb ik toch liever een elektrische fiets.
Tenzij
het vandaag regent, ga ik met de fiets naar school.
Terwijl
de leerlingen een toets maken, loopt de docent door de klas.
Nadat
ik de advertentie zag, schreef ik deze e-mail.
Totdat
het kerstvakantie is, moet ik nog naar school.
Ik heb een elektrische fiets nodig,
zodat
ik sneller op school ben.
Aangezien
ik verhuisd ben, moet ik nu langer naar school fietsen.
Ik heb een elektrische fiets nodig,
want
ik woon nu verder van school.
Ik heb een elektrische fiets nodig,
omdat
ik nu verder van school woon.
Slide 8 - Slide
Schrijfregels
Elke zin begint met een
hoofdletter
en eindigt met een
punt
.
Je schrijft ook een hoofdletter bij namen (ook van landen, talen en merken, bv. Nike, Adidas)
Gebruik
komma's
en punten. Zie de dia hierna.
Probeer verschillende
voegwoorden
te gebruiken. (en, ook, want, omdat, dus, maar...)
Breng
opbouw
in je tekst aan: gebruik 'eerst', 'daarna' enz.
Slide 9 - Slide
Wanneer gebruik je een komma?
tussen twee persoonsvormen (werkwoorden) in een zin. Voorbeeld: Toen ik ging
wandelen, zag
ik een hand.
voor een voegwoord, maar nooit voor
EN!
Voorbeeld: Hij ging naar huis
, omdat
hij zijn tas was vergeten.
Ik vertel iets
, maar
ze luistert niet. Zet altijd de komma
voor het voegwoord.
bij opsommingen: Hij houdt van
kaas, vis, drop
en ijs.
Slide 10 - Slide
schrijftips
Na een tijdsaanduiding (vandaag, morgen, straks, nu, volgende week) plaats je altijd eerst de persoonsvorm (werkwoord)
Voorbeeld: Morgen ga ik naar school.
Uitdrukking: wij
houden
een presentatie, wij
geven
een feest (niet maken)
Slide 11 - Slide
Schrijven A2/B1
Slide 12 - Slide
More lessons like this
5/12 Creatief schrijven 3B
9 days ago
- Lesson with
14 slides
NT2
ISK
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
August 2024
- Lesson with
47 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
5/12 Creatief schrijven 3B
26 days ago
- Lesson with
27 slides
NT2
ISK
2/12 Schrijfopdracht 2 3a
26 days ago
- Lesson with
27 slides
NT2
ISK
22/11 Schrijven 3B
November 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
ISK
22/11 E-mail docent 3A
November 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
ISK
informele e-mail
January 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Examen 2009 BB tv2
April 2017
- Lesson with
44 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining