Ch1 B la météo + C h2a

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

correction
exercices  4-11
p. 20-28

Slide 3 - Slide

correction ex 4-11
p. 20-28

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

elo

Slide 7 - Slide

LESDOEL
LESDOEL
Je kan een weerbericht begrijpen.
Je kent de landenvoorzetsels.

Slide 8 - Slide

la météo

Slide 9 - Slide

Schrijf in je schriftje ...
1. Het is slecht weer.
2. Het regent.
3. Het sneeuwt.
4. Er is onweer. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Vertaal nu deze zinnetjes:
1. Het is slecht weer.
2. Het regent.
3. Het sneeuwt.
4. Er is onweer. 

Slide 12 - Slide

foto van je zinnetjes

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je in het Frans ...??
de lente
de zomer
de herfst
de winter

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Schrijf de seizoenen op met bijpassende tekening

Slide 16 - Open question

Quel temps-fait-il?
                        il fait = het is
   

   Il fait ... degrés

Slide 17 - Slide

Quel temps fait-il?
A
il fait froid
B
il fait chaud
C
il fait mauvais
D
il neige

Slide 18 - Quiz

Quel temps fait-il?
A
il y a de la pluie
B
il y a de la neige
C
il y a du soleil
D
il y a du vent

Slide 19 - Quiz

Quel temps fait-il?
A
il y a des nuages
B
il y a de la pluie
C
il pleut
D
il neige

Slide 20 - Quiz

ex.12a et b p. 28
Au travail: ex 12 p. 28,29

Slide 21 - Slide

C. Phrases-clés et parler
p30


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

è of é
Hoe je streepjes op de klinkers - bijvoorbeeld é of è - uitspreekt, kun je onthouden aan de plaats van de een en de elf van de klok. Als het streepje naar rechts wijst, wijst die naar de 1  en spreek je de letters uit zoals de ee van één. Wijst het streepje naar links dan spreek je de letter uit als de e van elf.

Slide 24 - Slide

Tekst

Slide 25 - Slide

Lis la phrase suivante à voix haute (hardop).




L’année dernière, j’ai été au Vénézuéla avec mon père et mon frère. C’était phénoménal!

Slide 26 - Slide

ex. 13c p. 30

Slide 27 - Slide

 Les prépositions devant les pays et les villes.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

La ville et les pays
à
+ steden: à Paris, à Amsterdam
en
+ landen vrouwelijk: en France, en Italie
au
+ landen mannelijk: au Maroc, au Danemark
aux
+ landen meervoud: aux Pays-Bas

Slide 30 - Slide

namen van landen
Een land is mannelijk of vrouwelijk of meervoud.
la France                 l'Angleterre (v)
les Pays-Bas         le Danemark

Slide 31 - Slide

kijk naar de laatste letter:
vrouwelijke landen eindigen 'bijna altijd op een -e   
meervoudslanden eindigen op een -s
mannelijke landen = de rest

denk aan de klinkerbotsing: le/la => l'

Slide 32 - Slide

On va pratiquer....

Slide 33 - Slide

Kies het juiste voorzetsel

Elle habite ____ Paris
timer
0:15
A
en
B
au
C
aux
D
à

Slide 34 - Quiz

Je suis (in) _____ Allemagne.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 35 - Quiz

Je vais (naar) _____ Rotterdam.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 36 - Quiz

Je suis (in) _____ Maroc.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 37 - Quiz

Kies het juiste voorzetsel
J’habite ____ Italie.
timer
0:15
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 38 - Quiz

Je vais (naar) _____ États-Unis.
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 39 - Quiz

Apprendre bloc A et B et notes cahier (voorzetsels landen/steden)

Slide 40 - Slide