This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lezen:
Je herkent de tekstdoelen en -soorten.
Je kunt aangeven hoe een tekst is ingedeeld.
Je weet wat het onderwerp van een tekst is.
Je kent het verschil tussen objectief en subjectief.
Je kent de opbouw en het doel van een nieuwsbericht.
- Informerende tekst
- Krant
- Objectief (alleen maar feiten)
- De eigen mening zou je NIET moeten weten
- Titel
- Naam schrijver of 'van onze verslaggever'
- Vetgedrukte plaatsnaam
- Inleiding (vetgedrukte eerste alinea met hoofdzaken)
- Middenstuk (alinea's)
- Slot (ontbreekt vaak)