Asking Questions about past
1. Were you busy in your weekend?
2. Did you enjoy your weekend?
3. What did you do in your weekend?
4. What activity did you like the most?
Regel:
Om een vraag te stellen gebruik je het ww "Did" vooraan de zin.
Het werkwoord wat je daarna gebruikt staat weer in de t.t. (do, enjoy, like)
(uitzondering hierop is: was / waren (was/were) Deze zet je gewoon vooraan.