MYP2 I maandag 6 november

MYP2 I
maandag 6 november
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 8

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

MYP2 I
maandag 6 november

Slide 1 - Slide

Inhoud

Kring
Quiz
Alfabetboek bespreken
Grammatica: meervoud



Slide 2 - Slide

Kring
Verjaardag



1 januari                                                        31 december

Slide 3 - Slide

Wat is je favoriet Nederlandse woord?

Slide 4 - Mind map

Dit heb ik, in het Nederlands, gezegd / gehoord:

Slide 5 - Mind map

een presentatie - Ik - geef
A
Ik een presentatie geef.
B
Ik geef een presentatie.

Slide 6 - Quiz

? een presentatie - ik - geef?
A
Geef ik een presentatie?
B
Ik een presentatie geef?

Slide 7 - Quiz

de sproet
A
freckle
B
cheek
C
spot
D
bogey

Slide 8 - Quiz

cheek
A
kies
B
lel
C
vleugel
D
wang

Slide 9 - Quiz

meester
A
teacher
B
male form of juf
C
a+b

Slide 10 - Quiz

Monkey
A
aep
B
aap
C
monsleutel
D
ap

Slide 11 - Quiz

Hij schaakt ...
A
goed
B
goede

Slide 12 - Quiz

Hij is een ... schaker
A
goede
B
goed

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Hoe hebben jullie de woorden gevonden?
Welke woorden hebben jullie gevonden?

Slide 15 - Slide

Grammatica Meervoud
-en 
-s 
-'s

altijd de

Klare taal blz 28,29, 32, 33

Slide 16 - Slide

Schrijf een tekst over de vakantie
Begin, midden, eind
Kies een onderwerp (niet meerdere)
80 - 120 woorden

Slide 17 - Slide

Kijk na met ChatGPT
Ga naar chat.openai.com
Vraag om het na te laten kijken. Knip en plak je tekst.
Vraag specifieke feedback. 

Slide 18 - Slide

In de kring

       +                       -

Slide 19 - Slide

Hoever van Amsterdam geboren?
Hoe lang is de reis naar school?
Hoeveel zin had je in school vandaag?

Slide 20 - Slide

Video
Tekst

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Bedenk minstens 3 vragen:
Een type i vraag
een type ii vraag
en
een type iii vraag

Slide 23 - Slide

vraag

Slide 24 - Mind map

Walt Disney is beroemd geworden met zijn stripfiguren .
Bedenk jouw eigen strip figuur.
Bedenk ook wat jouw stripfiguur bijzonder maakt. Denk na over wat hij of zij aanheeft. En er verder uitziet.
Wat jouw figuur kan. Of wat hij weet.

Dit maakt mijn stripfiguur bijzonder:

Slide 25 - Slide

Teken jouw stripfiguur

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Oefentoets

Slide 28 - Slide

Werkwoorden
                            zijn.             hebben.           worden.             heten.   
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Stencil Klare taal
meervoud

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

De ideale school

Slide 33 - Slide

De NIET zo ideale school?

Slide 34 - Mind map